3D Mittwoch, den 07. Februar 2024 Kapitel 3: UNTERWEGS + herk. Lernliste

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Kapitel 3: UNTERWEGS

Slide 2 - Tekstslide

Mittwoch, den 07. Februar 2024
  • Willkommen
  • Wiederholung Lernliste Kapitel 2: GESUNDHEIT
  • Hausaufgaben Woche 06
  • Ziele
  • Hören
  • Grammatik: Wiederholung
  • Sprachmittel

  • Zum Schluss.

Slide 3 - Tekstslide

Prüfung: 
  • digitale horloges bij bak mobiele telefoons op tafel leggen
  • etuis in tas
  • pen 
  • schrijven met blauw of zwart, niet met potlood!!
  • eventueel markeerstift en/of correctiestift
  • ruimte laten tussen de opgaven, dus geen antwoorden naast elkaar schrijven!!

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdletters/Großbuchstaben:
  • Begin v.d. zin.  
  • Zelfstandige naamwoorden -> de/het/een      de sport, het huis, de jongen, een fiets, een kwartier, een slagroomsoesje, de tekening, het schilderij, een kroket, de bloem, de schaats.
  • Namen, plaatsen, landen, straten.
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Klaar:
  • Toetsblaadje links op tafel met vragen er   op!  
  • Maken huiswerk, lezen.
  • Op laptop alleen leerwerk.

Slide 6 - Tekstslide

Hausaufgaben Woche 06
KAPITEL 3: Unterwegs
M Aufgaben 21 t/m 24 Seiten 109-110
M Wiederholungsaufgaben 1 t/m 7 Seiten 140-143

L Lernliste Seite 128 helemaal
L Lernliste A Sehen + C Hören + D Lesen  Seite 129

Üben StudyGo examenidiom 51-75 und 76-100:
https://studygo.com/nl/learn/groups/203016/join?key=c605c7f

Slide 7 - Tekstslide

Ziele:
  • Du kannst die Verben können, müssen, dürfen, wollen en wissen im Präteritum anwenden.
  • Du kannst nach dem Weg fragen und den Weg zeichen.
  • Informationen über öffentliche Verkehrsmittel fragen und geben.

Slide 8 - Tekstslide

Hören     Seiten 100-101
Aufgabe 10: Übersetzung einkreisen
Hören

Slide 9 - Tekstslide

Grammatik:  Modalverben
  • Wat is de stam van de Modalverben in de verleden tijd?
  • Noteer de uitgang verleden tijd van de Modalverben

Slide 10 - Tekstslide

Sprachmittel  Seiten 112-113
Aufgabe 28: Sprachmittel vorbereiten.

Aufgabe 29: Sprachmittel besprechen

Aufgabe 30: Fragen und antworten
In schrift (im Heft) vertalen vragen en antwoord geven in het Duits.

Slide 11 - Tekstslide

Sehen/Hören    
Neun1/2
Hören und mitlesen.
  • Was wird gesagt?
  • Was kannst du erzählen?
  • Bespreche mit deinem Nachbarn/diener Nachbarin
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Test Kapitel 3: UNTERWEGS
Mittwoch, den 28. Februar 2024 (oder zweite Stunde in Woche 09)

Lesstof:
Lernliste NL->Duits Seite 128
Lernliste D->NL Seite 129
Sprachmittel Seiten 123 + 131
Grammatik Modalverben A + B Seite 130 (verleden tijd)
 
Tip:
Sprachmittel in Quizlet/StudyGo zetten
Slim stampen -> Lernliste en Grammatik A+B => schrijven/typen woorden!!!!!!
Oefentoets online (twee versies)

Slide 15 - Tekstslide

Lernliste   Seiten 128-129
Abfragen!!!
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Nachsehen Aufgaben Woche 06
M Aufgaben 21 t/m 24 Seiten 109-110

Examenidiom StudyGo??? 51 t/m 100

Slide 17 - Tekstslide

Hausaufgaben Woche 07
KAPITEL 3: Unterwegs
M Wiederholung 1 t/m 7 Seiten 140-143

L Lernliste Seiten 128-129 helemaal 

Üben StudyGo examenidiom 101 - 125 und 126-150:
https://studygo.com/nl/learn/groups/203016/join?key=c605c7f

Slide 18 - Tekstslide

Zum Schluss:

Slide 19 - Tekstslide

Grammatik:  Modalverben
  • Wat weten we nog t.a.v. het vervoegen van deze werkwoorden tegenwoordige tijd (Präsens)?
  • Wat betekenen de volgende Modalverben?
  • Hoe vervoeg je deze werkwoorden in de verleden tijd (Präteritum)?
  • Wat valt je op bij het vervoegen van Modalverben in de verleden tijd?
  • Hoe zien een aantal voltooid deelwoorden er uit?
  • Weten we nog een aantal signaalwoorden verleden tijd?

Slide 20 - Tekstslide

Modalverben
können     müssen     dürfen     wollen     wissen

Präteritum stam:
konn          muss           durf           woll          wuss

Slide 21 - Tekstslide

stam verleden tijd: konn, muss, durf, woll, wuss
(Präteritum)
ich                 stam
du                  stam
er/sie/es     stam

wir                 stam
ihr                  stam
sie/Sie          stam
uitgang verleden tijd

(Präteritum)
te
test
te

ten
tet
ten

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Lesen
Aufgabe 15 So werdet ihr einen Schluckauf los Seiten 62-64
Aufgaben 40 + 42 Seiten 78-79
Aufgabe 45: Fünf deutsche Gesten, die du kennen solltest Seiten 82-85

Slide 26 - Tekstslide

Was soll ich machen? Ich weiß nicht was das bedeutet?
Notiere in deinem Heft!! (Noteer in je schrift!!)
  • Seite 145 Arbeitsbuch A
  • www.uitmuntend.de -> lidwoorden, meerdere betekenissen, voorbeeldzinnen enzovoort
  • www.interglot.nl
  • www.mijnwoordenboek.nl
  • vragen in de les, opletten tijdens uitleg

Slide 27 - Tekstslide