H1 3vwo les 2

Hoofdstuk 1.1 en 1.2
Stofeigenschappen
veiligheid
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1.1 en 1.2
Stofeigenschappen
veiligheid

Slide 1 - Tekstslide

planning vandaag
-Herhaling paragraaf 1
-Kort overzicht paragraaf 2
-Demonstratieproef magnesium en brander

Slide 2 - Tekstslide

Stofeigenschappen
Elke stof heeft bepaalde eigenschappen.
Hieraan kun je ze herkennen.
Voorbeelden: Kleur, smaak, oplosbaarheid, brandbaarheid en de fase bij kamertemperatuur.

Slide 3 - Tekstslide

Stofconstanten
Stofconstanten zijn stofeigenschappen die je kunt weergeven met een getal en een eenheid.
Dit getal is altijd hetzelfde voor die stof.
Voorbeelden: Smeltpunt, kookpunt, dichtheid.

Slide 4 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Eenheden en grootheden
Alles wat je kan meten noem je een grootheid
De eenheid is de maat waarmee je dat meet

Voorbeeld 1
Snelheid kan je meten -> grootheid
Je meet snelheid in kilometer per uur -> eenheid

Voorbeeld 2
Lengte kan je meten -> grootheid
Je meet lengte in meter -> eenheid



Slide 7 - Tekstslide

dichtheid
  • Van iedere stof kun je de massa en het volume bepalen
  • Met massa en volume kun je de dichtheid berekenen
  •  Dichtheid is een stofeigenschap
 

Slide 8 - Tekstslide

Aantekening
Scheikunde gaat over stoffen en het veranderen van stoffen in andere stoffen.
Stoffen hebben stofeigenschappen, hieraan kun je een stof herkennen.
Stofconstanten zijn stofeigenschappen die je kunt weergeven met een getal en een eenheid.
Eigenschappen die je kunt meten noemen we grootheden.
De eenheid is een maat waarmee je een grootheid meet.
De dichtheid van een stof is de massa van 1 m3 van die stof. 
De formule van dichtheid = massa / volume.
De eenheid van dichtheid is kg/m3 of g/cm3.

Slide 9 - Tekstslide

Bereken de dichtheid in g/cm3 van een blokje van 7,6 cm x 5,4 cm x 3,8 cm met een massa van 5 gram

Slide 10 - Open vraag

Vragenronde
Boeken en schriften dicht!

Je krijgt een aantal meerkeuze vragen, deze zijn op tijd, dus hou het tempo erin!

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de formule voor dichtheid?
A
dichtheid = massa / volume
B
dichtheid = massa x volume
C
dichtheid = volume / massa
D
dichtheid = volume - massa

Slide 12 - Quizvraag

De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 13 - Quizvraag

Bereken de dichtheid van de afgebeelde stof
A
0,37 g/cm3
B
2,7 g/cm3
C
2,7 kg/m3
D
0,37 kg/m3

Slide 14 - Quizvraag

Dichtheid = massa / volume
Wat is volume?
A
massa * dichtheid
B
massa / dichtheid
C
dichtheid / massa

Slide 15 - Quizvraag

Het gas in een ballon heeft een dichtheid van 1,26 g/L, lucht heeft een dichtheid van 1,43 g/L. Wat zal de ballon doen?
A
opstijgen
B
dalen
C
klappen
D
wordt opgeblazen

Slide 16 - Quizvraag

Demoproef 1.3
Waarnemingen opschrijven:
Denk aan:
-Kleur
-Geur
-Vast/vloeibaar/gas
-verschijnselen

Slide 17 - Tekstslide

Paragraaf 2
Je krijgt 5 minuten om de gevarenpictogrammen (blz. 14) en de hulpmiddelen (blz. 16) te leren, daarna gaan we testen wie er de meeste weet!
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Boeken en schriften dicht!

Slide 19 - Tekstslide


Wat is de betekenis van het gevarenpictogram dat hiernaast 
staat afgebeeld?
A
ontvlambaar
B
oxiderend
C
corrosief
D
giftig

Slide 20 - Quizvraag

Wat staat niet op deze foto?
A
Reageerbuis
B
Reageerbuisrekje
C
Reageerbuisborstel
D
Reageerbuisstok

Slide 21 - Quizvraag

wat is het gevaar van de stof
van dit pictogram?
A
ontvlambaar
B
schadelijk
C
giftig
D
corrosief

Slide 22 - Quizvraag

Welk (gevaren)symbool zie je hier?
A
schadelijk
B
bijtend
C
explosief/ ontploffingsgevaar
D
corrosief

Slide 23 - Quizvraag

Welk gevarensymbool zie je hier?
A
Corrosief
B
Explosief
C
Licht ontvlambaar
D
Oxiderend

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heet het practicum materiaal hiernaast?
A
Reageerbuishouder
B
Knijper
C
Reageerbuisknijper
D
Reageerbuistang

Slide 25 - Quizvraag

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
giftig
B
licht ontvlambaar
C
corrosief
D
schadelijk

Slide 26 - Quizvraag

Hoe heet dit practicummateriaal?
A
vasthoudtang
B
bekertang
C
kroezentang
D
reageerbuistang

Slide 27 - Quizvraag

Betekenis van dit gevarensymbool?
A
Opletten
B
Schadelijk
C
Pittig
D
Irriterend

Slide 28 - Quizvraag


Wat is de betekenis van het gevarenpictogram dat hiernaast 
staat afgebeeld?
A
irriterend
B
schadelijk voor het milieu
C
corrosief
D
giftig

Slide 29 - Quizvraag

Hoe heet dit onderdeel?
A
spatel
B
indampschaaltje
C
porseleinen driehoek
D
driepoot

Slide 30 - Quizvraag

Wat zit er in een spuitfles?
A
Schoon water
B
Gedesinfecteerd water
C
Gedestilleerd water
D
Gedemineraliseerd water

Slide 31 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Hoofdstuk 1.1 en 1.2
Opdrachten 1 t/m 10
12 t/m 16
18 t/m 21
Begrippenlijst 1.1 en 1.2 van alle blauw gedrukte woorden in het boek.

Inleveren uiterlijk zondag:
opdracht 9, 10, 21



Slide 32 - Tekstslide