9B.3 Lineaire ongelijkheden

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 9B par 3 Lineaire ongelijkheden

1. Werk eerst de haakjes weg.
2. Breng termen met een letter naar links en de rest naar rechts.
3. Herleid beide leden.

1.    4a - 12 ≥ 4 - 15 + 3a
2.   4a - 3a ≥ 4 - 15 +12
3.   a ≥ 1
4. Dit betekent dat elk getal groter of gelijk aan 1 een oplossing heeft

4 (a - 3) ≥ 4 - 3 (5 - a)

1. Als je deelt door 8 klopt de uitkomst.
2. Klopt het ook als je deelt door -2
3. Nee, dan klopt het niet meer en dus klapt het teken om.

1.   48 > -64
2.  6 > -8
3.   -3 < 4

Als je deelt door een negatief getal klapt het teken om!

1. Werk eerst de haakjes weg.
2. Breng termen met een letter naar links en de rest naar rechts.
3. Herleid beide leden.
4. Delen door een negatief getal laat het teken omklappen!

1.    -3x +4 > 2x + 19
2.   -3x -2x > 15
3.   -5x > 15
4.    x < -3
5. Dit betekent dat elk getal kleiner is dan -3 heeft een oplossing.

- (3x - 4) > 2x + 19

Huiswerk voor

Opdracht 

23, 25 t/m 28