Rekenen met Procenten

H 14.
Rekenen met procenten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H 14.
Rekenen met procenten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 14: Rekenen met procenten.
  • H14.1 Procentuele toe- en afname
  • H14.2 Veranderingen
  • H14.3 Cirkeldiagrammen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H 14.1
Procentuele toe- en afname

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In het dagelijks leven kom je procenten regelmatig tegen.
Vaak gaat het dan om korting of om hoeveel je extra krijgt.
Procentuele afname
Als je korting krijgt, of als er iets van het totaal afgaat, dan noem je dat (procentuele) afname.

Procentuele toename
Komt er een percentage bij dan noem je dat procentuele toename.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H 14.2
Veranderingen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In dit voorbeeld weet je de geldbedragen en moet je uitrekenen hoeveel procent de korting is.
Hoe bereken je dit?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  1. Eerst bereken je het verschil. 200 - 125 = 75
  2. Verschil delen door het oude bedrag. 75 : 200 = 0,375
  3. Omrekenen naar procenten = x 100. Dus 0,375 x 100 = 37,5 % korting
Hoe bereken je dit?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je wanneer er een procentuele toename is?
Bij procentuele toename bereken je het op dezelfde manier. Probeer even zelf:

De uurprijs stijgt van € 40 naar € 46.
Met hoeveel procent is de uurprijs gestegen?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je wanneer er een procentuele toename is?
Bij procentuele toename bereken je het op dezelfde manier. Probeer even zelf:

De uurprijs stijgt van € 40 naar € 46.
Met hoeveel procent is de uurprijs gestegen?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je wanneer er een procentuele toename is?
Bij procentuele toename bereken je het op dezelfde manier. Probeer even zelf:

De uurprijs stijgt van € 40 naar € 46.
Met hoeveel procent is de uurprijs gestegen?

De som:
verschil is €6,-
6 : 40 = 0,15 en dit x 100 =
een toename van 15%


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H 14.3
Cirkeldiagrammen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een cirkeldiagram is een cirkel waarin je kunt zien hoe het totaal verdeeld is. 
Je kunt het op verschillende manieren berekenen:
  1. van procent naar aantal
  2. van aantal naar procent
  3. een deel berekenen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van procent naar aantal.
Als je weet om hoeveel dieren het totaal gaat dan kun je ook uitrekenen hoeveel katten, honden en andere dieren er zijn.
Voorbeeld
In totaal waren er 8500 dieren
in het asiel. Hoeveel katten
zijn dat in totaal?



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van procent naar aantal.

Voorbeeld
In totaal waren er 8500 dieren
in het asiel. Hoeveel katten
zijn dat in totaal?


Som is:
8500x 0,60 = 5100 katte

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een deel berekenen
Als je een cirkeldiagram uit procenten bestaat, dan kan je uitrekenen hoe groot elk deel is in absolute aantallen als je één deel weet hoe groot het is.


Slide 15 - Tekstslide

deel : geheel x 100 %
Een deel berekenen
In dit kleine onderzoek hadden 84 studenten bruine ogen.

Hoeveel studenten deden mee aan dit onderzoek? 

Slide 16 - Tekstslide

deel : geheel x 100 %
Hoe bereken je dit:
In dit kleine onderzoek hadden 84 studenten bruine ogen.

Hoeveel studenten deden mee aan dit onderzoek? 
  • 70% komt overeen met 84 studenten.
  • 1% komt overeen met 84 ÷ 70 = 1,2 student
  • 100% komt overeen met 1,2 × 100 = 120 studenten

Slide 17 - Tekstslide

deel : geheel x 100 %
Van aantal naar procent



In het diagram staat hoe groot elk deel is. Je kunt dus uitrekenen hoe groot het totaal is.

Dan kan je ook uitrekenen hoeveel procent elk deel is.

Bereken: 
Hoeveel procent van Nederland bestaat uit water?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van aantal naar procent



In het diagram staat hoe groot elk deel is. Je kunt dus uitrekenen hoe groot het totaal is.

Dan kan je ook uitrekenen hoeveel procent elk deel is.

Bereken: 
Hoeveel procent van Nederland bestaat uit water?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak alle opdrachten van Hoofdstuk 14: rekenen met procenten.

Dit al gedaan?
Maak dan de toets over procenten.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies