= interactie tussen psychologische factoren (gedachten, emoties, persoonlijkheid) en sociale factoren (relaties, omgeving, cultuur)
Voorbeelden: samenwerken in groep, rouwen, nieuwe vrienden maken, omgaan met pesten, omgaan met een chronische ziekte, omgaan met een terminale ziekte, faalangst, groepsdruk, vluchten voor een oorlog, discriminatie, werkloosheid, sociaal isolement