In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 1
Grammatica zinsdelen
Slide 1 - Tekstslide
Stappenplan zinsontleding
Een stappenplan gebruik je om tot een goed eindresultaat te komen. Vandaag gaan we het ook hebben over een stappenplan. Een stappenplan om zinnen te ontleden. We beginnen met grammatica zinsdelen H1.
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het eind van deze les kan je met behulp van een stappenplan zinsdelen benoemen. Je weet in welke volgorde een zin ontleed moet worden en hoe de verschillende delen heten.
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Welke zinsdelen ken je nog? Hoe vind je die zinsdelen dan? Hoe verdeel je ook alweer een zin in zinsdelen?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Persoonsvorm (PV)
De persoonsvorm is een werkwoord in de zin.
Je vindt de PV door de zin vragend te maken; het eerste werkwoord is dan de PV!
Slide 6 - Tekstslide
Onderwerp (Ond)
Het onderwerp geeft aan wie of wat iets doet in de zin.
Ond=wie/wat + PV + overige werkwoorden ?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Werkwoordelijk Gezegde (WWG)
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit ALLE werkwoorden in een zin. Dus OOK de persoonsvorm!
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Lijdend Voorwerp (LV)
LV=wie/wat + Ond + WWG ?
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Meewerkend Voorwerp (MV)
MV= aan/voor wie + Ond + WWG + LV ?
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Bijwoordelijke Bepaling (BwB)
Geeft antwoord op vragen als waar? Waarheen? Waarover? Waarom? Waardoor? Wanneer?
Ook wel 'Het 'vuilnisbakje' van de zin' genoemd!
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Wat is nu dus het stappenplan om zinsdelen te benoemen?