2.1 De Griekse wereld (B)

Tijd van Grieken en Romeinen
2.1 De Griekse wereld (B)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Tijd van Grieken en Romeinen
2.1 De Griekse wereld (B)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. Leerdoelen terugkoppeling
2. Leerdoelen
3. Theorie
4. Beeldmateriaal
5. Aan de slag
6. Leerdoelen nabespreken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen en terugkoppeling
1. Je kunt met behulp van het begrip polis uitleggen dat de Griekse wereld op bestuurlijk gebied verdeeld was, maar op cultureel gebied verenigd.

2. Je kent de vier bestuursvormen die in Griekenland voorkwamen (vandaag 3).
Kenmerkend aspect:

4. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat. 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen en K.A.
1. Je weet wanneer men spreekt van burgerschap.

2. Je kent de vier bestuursvormen die in Griekenland voorkwamen.

3. Je weet het verschil tussen mythisch- en wetenschappelijk denken. 
Kenmerkend aspect:

4. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat. 

Slide 4 - Tekstslide

Theorie
Nadat in 509 v. Chr. een tiran werd verdreven ontstond er nog een andere en vierde bestuursvorm: democratie.

Opschrijven:
In een democratie heeft het volk (demos) de macht (kratos) omdat het volk de politieke beslissingen neemt. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Theorie
Niet elke Athener hoorde bij de demos. Vrouwen, slaven en inwoners die niet in Athene geboren waren hadden geen politieke rechten. 

Opschrijven:
De mannen die wel burgerschap (politieke rechten) bezaten waren vrij en gelijk:  vrij omdat ze mochten spreken en stemmen in de volksvergadering. Gelijk omdat ze allemaal dezelfde rechten hadden. 

Slide 7 - Tekstslide

Theorie
Het maakte niet uit of iemand arm of rijk was en of hij wel of niet van adellijke afkomst was. Om gelijkheid te bevorderen kon iedere burger door loting worden aangewezen om een jaar lang in de Raad van Vijfhonderd te zitten. 

Opschrijven:
Raad van Vijfhonderd: Deze raad had de dagelijkse leiding over de polis en deed voorstellen waarover gestemd moest worden. Bijvoorbeeld belastingverhoging of oorlog voeren. 

Om mee te kunnen stemmen moest de burger zelf aanwezig zijn. Dit noemen we directe democratie

Slide 8 - Tekstslide

Theorie
De Grieken dacht ook anders over natuur en gezondheid. Ze zagen overal goden: in aardbevingen en stormen, pech en geluk, bomen en windrichtingen. Hoe de goden zich gedroegen en met elkaar omgingen beschreven de Grieken in honderden mythen: verhaal waarin goden en helden voorkomen.

Opschrijven:
Natuurverschijnselen werden verklaard door mythisch denken: het begrijpen en verklaren van een verschijnsel door goddelijk ingrijpen. 

Slide 9 - Tekstslide

Theorie
In de zesde eeuw v. Chr. ontwikkelde zich het wetenschappelijk denken. Dit kwam door de denkers die naar logische verklaringen gingen zoeken. 

Deze denkers noemen we filosofen: vrienden van wijsheid. 


Slide 10 - Tekstslide

Beeldmateriaal

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Aan de slag
1. Zelfstudie Denken over mens en samenleving op pagina 32. Klaar?

2. Pak je boek en maak de opdrachten 3 en 4 van 2.1
Klaar? 

3. Maak een begin met de Kennen en Kunnen lijst van 2.1. Deze is voorlopig nog steeds via SOM te vinden. 

Slide 13 - Tekstslide