havo 4 mardi 11 mai

havo 4
Mardi le 11 mai
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

havo 4
Mardi le 11 mai

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui
VMBO 2015-I : texte 1,2,3,4

Slide 2 - Tekstslide

Texte 1
Wie vindt onverwachte overhoringen een goed idee?

Vul de juiste naam in op de volgende slide. 

Slide 3 - Tekstslide

Wie vindt onverwachtse overhoringen een goed idee?

Slide 4 - Open vraag

Texte 2
 Hoe reageerde de exploitant van de Eiffeltoren op het plan van een groep ingenieurs?
a) afwijzend
b) begripvol
c) enthousiast
d) teleurgesteld

Slide 5 - Tekstslide


Hoe reageerde de exploitant van de Eiffeltoren op het plan van een groep ingenieurs?

A
afwijzend
B
begripvol
C
enthousiast
D
teleurgesteld

Slide 6 - Quizvraag

Texte 3
Quelle est l’opinion de Zaz d’après le premier alinéa ?

 
Elle pense:
A que l’argent ne fait pas le bonheur.
B que peu de gens veulent devenir riches.
C qu’il est facile de changer la société.
D qu’il est très important de faire carrière. 

Slide 7 - Tekstslide

Quelle est l'opinion de Zaz d'après le premier alinéa?
Elle pense
A
que l'argent ne fait pas de bonheur.
B
que peu de gens veulent devenir riches.
C
qu'il est facile de changer la société.
D
qu'il est très important de faire carrière.

Slide 8 - Quizvraag

Texte 3
« Je n’aimais pas l’école » (lignes 19-20)
Pourquoi est-ce que Zaz n’aimait pas l’école ? 
 
A Parce que l’école l’obligeait à travailler très dur.
B Parce que l’école ne respecte pas les différences entre les élèves.
C Parce qu’elle avait le plus souvent de très mauvaises notes.
D Parce qu’elle ne recevait pas assez d’attention personnelle. 

Slide 9 - Tekstslide

Pourquoi est-ce que Zaz n'aimait pas l'école?
A
Parce que l’école l’obligeait à travailler très dur.
B
Parce que l’école ne respecte pas les différences entre les élèves.
C
Parce qu’elle avait le plus souvent de très mauvaises notes.
D
Parce qu’elle ne recevait pas assez d’attention personnelle.

Slide 10 - Quizvraag

Texte 3
Wat kun je concluderen uit de derde alinea?

Volgens Zaz zouden
A consumenten beter moeten letten op wat ze kopen.
B jongeren goedkope spijkerbroeken moeten kopen.
C katoenplukkers in Frankrijk moeten gaan werken.
D mensen minder vaak verre reizen moeten maken. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat kun je concluderen uit de derde alinea?
Volgens Zaz zouden
A
consumenten beter moeten letten op wat ze kopen.
B
jongeren goedkope spijkerbroeken moeten kopen.
C
katoenplukkers in Frankrijk moeten gaan werken.
D
mensen minder vaak verre reizen moeten maken.

Slide 12 - Quizvraag

Texte 3
Qu’est-ce que Zaz trouve formidable d’après le dernier alinéa ?

A Que les Restos du Cœur existent déjà plusieurs années.
B Qu’elle peut gagner sa vie en chantant dans la rue.
C Qu’elle vend beaucoup plus de CD qu’autrefois.
D Qu’il y a des concerts gratuits au profit des Restos du Cœur. 

Slide 13 - Tekstslide

Qu’est-ce que Zaz trouve formidable d’après le dernier alinéa ?
A
Que les Restos du Cœur existent déjà plusieurs années.
B
Qu’elle peut gagner sa vie en chantant dans la rue.
C
Qu’elle vend beaucoup plus de CD qu’autrefois.
D
Qu’il y a des concerts gratuits au profit des Restos du Cœur.

Slide 14 - Quizvraag

Texte 4
Welke vraag past op de open plek in de tweede alinea?

A Comment expliquer cela ?
B Dans quel but ?
C Quel est l’avantage ?
D Qu’est-ce qui est vrai ? 

Slide 15 - Tekstslide

Welke vraag past op de open plek in de tweede alinea?
A
Comment expliquer cela?
B
Dans quel but?
C
Quel est l'avantage?
D
Qu'est-ce qui est vrai?

Slide 16 - Quizvraag

Texte 4
Waarom vinden de Fransen de stripverhalen over Astérix en Obélix zo
leuk volgens de derde alinea? 

Slide 17 - Tekstslide

Waarom vinden de Fransen de stripverhalen over Astérix en Obélix zo
leuk volgens de derde alinea?

Slide 18 - Open vraag

Texte 4
In 2009 werd het 34e album van Astérix en Obélix uitgebracht en bestond
dit stripverhaal 50 jaar.

Noem twee andere feiten uit de laatste alinea waaruit blijkt dat deze
strip wereldwijd zeer succesvol is. 

Slide 19 - Tekstslide

Noem twee andere feiten uit de laatste alinea waaruit blijkt dat deze
strip wereldwijd zeer succesvol is.

Slide 20 - Open vraag