In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Quiz de Noël
Slide 1 - Tekstslide
Schrijf Franse woorden op die met kerst te maken hebben:
Slide 2 - Woordweb
la bûche de Noël
Het is een eeuwenoude Franse traditie: bij kerstavond hoort een boomstammetje. Ooit een echt stuk hout dat langzaam moest opbranden in de haard om de familie van een goede oogst te verzekeren in het komende jaar. Hoe langer de boomstam bleef branden, hoe beter de volgende oogst zou uitpakken, zo was het bijgeloof. Later werd het een nagerecht dat de vorm van het blok hout imiteerde.
Bûche de Noël 2017 van het hotel Plaza-Athenée in Parijs (CC/Studio des Fleurs)
Slide 3 - Tekstslide
le 24 décembre: le Réveillon
Bûche de Noël
Slide 4 - Tekstslide
Quiz de Noël
Les règles:
- Des équipes de cinq personnes maximum
- Une personne note les réponses.
- Parfois, il faut deviner... On ne cherche pas de réponses!
- Soyez sportifs... La participation vaut plus que le résultat!
Slide 5 - Tekstslide
Quiz de Noël
Les règles:
- Des équipes de cinq personnes maximum
- Une personne note les réponses.
- Soms moet je raden... De vragen zijn expres uitdagend!
- Soyez sportifs... Meedoen is belangrijker dan winnen!
Slide 6 - Tekstslide
Question 1
Vous entendez "Vrolijk kerstfeest" en quelle langue?
1. Espagnol
2. Français
3. Italien
4. Russe
5. Polonais
B
C
D
E
A
Slide 7 - Tekstslide
Question 1 - réponse
Vous entendez quelle langue?
1. Espagnol - E
2. Français - A
3. Italien - D
4. Russe - C
5. Polonais - B
Slide 8 - Tekstslide
Question 2
Ecrivez dans 1 minute:
Des choses à manger ou à boire pendant les vacances de Noël...
(En français: 1 point
En néerlandais: demi-point)
timer
1:00
Slide 9 - Tekstslide
Question 2 - réponses
du lapin ou encore?
de la dinde
de la glace
des pommes duchesse (speciale aardappeltjes)
des couronnes de Noël au chocolat
du champagne
des beignets / "oliebollen" (kennen ze niet in Frankrijk)
timer
1:00
Slide 10 - Tekstslide
Question 3: Vous reconnaissez ces capitales européennes?
1
2
3
4
Slide 11 - Tekstslide
Question 3: - réponse
1
2
3
4
Paris
Madrid
Copenhague
Berlin
Slide 12 - Tekstslide
Question 4:Lesquels de ces produits de décembre sont typiquement français?
A
B
C
D
E
F
G
Slide 13 - Tekstslide
Question 4: - réponse
A
C
D
Champagne
Mousse au chocolat
Foie gras
Slide 14 - Tekstslide
Question 5
Vous entendez "Gelukkig Nieuwjaar" en quelle langue?
1. Français
2. Norvégien
3. Chinois
4. Japonnais
5. Finnois
B
C
D
E
A
Slide 15 - Tekstslide
Question 5 - réponse
Welke taal hoor je?
1. Français - A
2. Norvégien - B
3. Chinois - E
4. Japonnais - D
5. Finnois - C
Slide 16 - Tekstslide
Question 6
Ecrivez: 2024 (en lettres)
Slide 17 - Tekstslide
Question 6 - réponse
deux mille vingt-quatre
Slide 18 - Tekstslide
Question 7: Le sapin de Noël
Traduisez au néerlandais!
5. une étoile
1. une boule
2. une clochette
4. un sucre-d'orge
3. une guirlande
timer
1:00
Slide 19 - Tekstslide
Question 7 - réponse
une étoile (een ster)
une boule (een (kerst)bal)
une clochette (een klok / belletje)
un sucre-d'orge (een zuurstok / suikerstok / candy cane)
une guirlande (een slinger)
Slide 20 - Tekstslide
Question 8
Dans quel pays est-ce que l'on fête le Nouvel An en premier?