a. variatie - b. backing vocals - c. beat - d. four on the floor - e. syncope - f. fill - g. contrast - h. BPM
Slide 6 - Tekstslide
a. Variatie
Wanneer er kleine veranderingen zijn in bijvoorbeeld de herhaling van een melodie. Dat heet een variatie
Slide 7 - Tekstslide
b. backing vocals
Achtergrondkoor
Slide 8 - Tekstslide
c. beat
De regelmatige puls of beweging van de muziek.
Slide 9 - Tekstslide
d. four on the floor
De bassdrum klinkt op elke tel
Slide 10 - Tekstslide
e. syncope
Een noot start voor de tel. Daardoor klinkt het maataccent niet op de tel, maar eerder. Deze accentverschuiving zorgt ervoor dat het ritme verrassend blijft of gaat swingen. In bladmuziek zie je vaak een verbindingsboog. Notenbalk
Slide 11 - Tekstslide
syncope
Slide 12 - Tekstslide
f. fill
Onderbreking van de groove met een ander ritme.
Slide 13 - Tekstslide
g. contrast
Een tegenstelling, zoals hard-zacht, hoog-laag, snel-langzaam.
Slide 14 - Tekstslide
h. BPM
Beats Per Minute, het aantal tellen (beats) per minuut.
Slide 15 - Tekstslide
2. Maatsoorten
Interactieve video
4/4 - 6/8
Slide 16 - Tekstslide
maatsoort 4/4
Aan het bovenste getal kun je zien dat elke maat 4 tellen duurt.
Aan het onderste getal kun je zien dat de kwartnoot 1 tel is.
In 1 maat passen dus 4 kwartnoten.
Slide 17 - Tekstslide
Maatsoort 4/4
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
maatsoort 6/8
Het bovenste getal geeft aan dat de maat 6 tellen duurt.
Het onderste getal geeft aan dat hier de achtste noot 1 tel is.
Elke achtste noot duurt 1/2 tel. De totale waarde is dus 3.