3vg 3.1 Oorlog in Europa + vaardigheden

de Tweede Wereldoorlog
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

de Tweede Wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
- je kent Hitlers doelen in de periode 1933-1939
- je weet wat appeasementpolitiek is
- je begrijpt de motieven van het Molotov-Ribbentroppact

Slide 2 - Tekstslide

Wat was Duitsland in de periode 1918-1933 voor een soort land?
A
koninkrijk
B
keizerrijk
C
democratie
D
dictatuur

Slide 3 - Quizvraag

Waarom krijgt Duitsland vanaf 1929 te maken met een economische crisis?
A
Duitsland kan geen geld meer lenen van de VS
B
De Duitse aandelenbeurs stort in
C
Frankrijk stopt met het Dawesplan
D
België bezet het Rurhgebied

Slide 4 - Quizvraag

Na welke gebeurtenis riep Hitler de noodtoestand uit en verbood alle andere politiek partijen?
A
Hitler zijn staatsgreep in München
B
Aanslag op Hitler
C
communistische staatsgreep
D
brand in de Rijksdag

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor Jodenhaat?
A
Holocaust
B
Razzia
C
Antisemitisme
D
Shoah

Slide 6 - Quizvraag

1933-1939
Nadat Hitler in 1933 de macht had overgenomen begon hij direct met herbewapening
- vloot
- luchtmacht
- invoering dienstplicht
- bondgenootschap met Italië en Japan: asmogendheden

Slide 7 - Tekstslide

Heim ins Reich
Hitler vond dat alle Duitstaligen in één land moesten wonen: Heim ins Reich
- Anschluss (1938): de aansluiting van Oostenrijk aan Duitsland
- Sudetenland: provincie van Tsjecho-Slowakije waar veel Duitsers woonden. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Is de video betrouwbaar denk je? Geef 1 argument waarom wel of waarom niet.

Slide 11 - Open vraag

Appeasementpolitiek
Ondanks dat al Hitlers maatregelen verboden waren door het Verdrag van Versailles, grepen Frankrijk en Engeland niet in. 
In plaats daarvan gaven ze Hitler zijn zin om de vrede te bewaren: appeasementpolitiek. 

--> Conferentie van München stonden Fr & Eng het toe dat Hitler het Sudetenland annexeerde. 

Slide 12 - Tekstslide

Start WO2
WO 2 startte nadat Duitsland toch Polen binnenviel op 1 september 1939. 
Op 1 mei 1940 werd Nederland veroverd na een bombardement op Rotterdam. 
  • NSB
  • verzet

Slide 13 - Tekstslide

Bekijk de volgende prent:
  • Wat zie/lees ik?
  • Wat of wie herken ik? 
  • Waarop heeft het betrekking ? 
  • Waarom gemaakt?
  • Hoe is de maker beïnvloed door zijn tijd, plaats en achtergrond?

bijschrift: hoe lang zal dit huwelijk duren?

Slide 14 - Tekstslide

Wat zie/lees ik?
Wat of wie herken ik?
Waarop heeft het betrekking ?
Waarom gemaakt?
Hoe is de maker beïnvloed door zijn tijd, plaats en achtergrond?

Slide 15 - Open vraag

Welke gebeurtenis hoort bij appeasementpolitiek?
A
Anschluss
B
Conferentie van Munchen
C
Molotov-Ribbentrop-pact
D
As Rome-Berlijn

Slide 16 - Quizvraag

Wat werd er afgesproken tijdens de Conferentie van München in september 1938?
A
Engeland en Duitsland sloten een bondgenootschap
B
Hitler zou Sudetenland krijgen
C
Hitler zou de helft van Polen krijgen
D
Oostenrijk zou zich aansluiten bij Duitsland

Slide 17 - Quizvraag

Waarom sloot Duitsland het Molotov-Ribbentrop-pact?
A
Duitsland wilde sterk staan in een oorlog tegen de Sovjet-Unie
B
Duitsland wilde sterk staan in een oorlog tegen de VS
C
Duitsland wilde een tweefrontenoorlog voorkomen
D
Duitsland voelde zich verbonden met de SU

Slide 18 - Quizvraag

3.1 Oorlog in Europa
Les 1: de Tweede Wereldoorlog

Slide 19 - Tekstslide

Praktische zaken
Repetitie hfst 2: opnieuw inplannen
Leren:
2.1-2.3 en 3.1 (tm kopje 'strijd in het westen') 
- Beurskrach en economische wereldcrisis
- Duitsland na WO 1
- Totalitaire ideologieën: fascisme, communisme en  nationaalsocialisme 

Slide 20 - Tekstslide

Wat was Duitsland in de periode 1918-1933 voor een soort land?
A
koninkrijk
B
keizerrijk
C
democratie
D
dictatuur

Slide 21 - Quizvraag

Waarom krijgt Duitsland vanaf 1929 te maken met een economische crisis?
A
Duitsland kan geen geld meer lenen van de VS
B
De Duitse aandelenbeurs stort in
C
Frankrijk stopt met het Dawesplan
D
België bezet het Rurhgebied

Slide 22 - Quizvraag

Na welke gebeurtenis riep Hitler de noodtoestand uit en verbood alle andere politiek partijen?
A
Hitler zijn staatsgreep in München
B
Aanslag op Hitler
C
communistische staatsgreep
D
brand in de Rijksdag

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor Jodenhaat?
A
Holocaust
B
Razzia
C
Antisemitisme
D
Shoah

Slide 24 - Quizvraag

Welke gebeurtenis hoort bij appeasementpolitiek?
A
Anschluss
B
Conferentie van Munchen
C
Molotov-Ribbentrop-pact
D
As Rome-Berlijn

Slide 25 - Quizvraag

Wat werd er afgesproken tijdens de Conferentie van München in september 1938?
A
Engeland en Duitsland sloten een bondgenootschap
B
Hitler zou Sudetenland krijgen
C
Hitler zou de helft van Polen krijgen
D
Oostenrijk zou zich aansluiten bij Duitsland

Slide 26 - Quizvraag

Waarom sloot Duitsland het Molotov-Ribbentrop-pact?
A
Duitsland wilde sterk staan in een oorlog tegen de Sovjet-Unie
B
Duitsland wilde sterk staan in een oorlog tegen de VS
C
Duitsland wilde een tweefrontenoorlog voorkomen
D
Duitsland voelde zich verbonden met de SU

Slide 27 - Quizvraag

De toets geschiedenis: in de herhaling
Er zijn 3 componenten die het cijfer van je toets geschiedenis beïnvloeden:
  1. Heb je goed geleerd?
    Begrippen, chronologie, etc. 
  2. Je past historische vaardigheden toe
  3. Je formuleert juist.  

Slide 28 - Tekstslide

De toets geschiedenis: in de herhaling
Historische vaardigheden en formuleren is niet iets wat je er 1 avond voor de toets erin kan stampen. 
Dit moet je oefenen!

Slide 29 - Tekstslide

Historische vaardigheden 
Je kan omgaan met:
- tekstbronnen
- spotprenten
- continuïteit en discontinuïteit
- chronologie
- betrouwbaarheid 

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
Op de ELO --> Bronnen --> Lesmateriaal --> Periode 2
vind je een oefenblad. Je mag om de vragen te beantwoorden je schrift en boek gebruiken, maar je werkt wel alleen. Als je een vraag hebt steek je je vinger op of overleg je fluisterend met je buurman/buurvrouw. 
Volgende les bespreken we de antwoorden. Je hebt tot het einde van de les de tijd. Succes!

Slide 31 - Tekstslide

Deze historische vaardigheid vind ik nog lastig:

Slide 32 - Open vraag

Dit onderwerp vind ik nog lastig:

Slide 33 - Open vraag

huiswerk vrijdag 
Blad van vandaag af + 3.1 vraag 1 en 2

Slide 34 - Tekstslide

Planning vandaag
Bespreken oefenopdrachten historische vaardigheden 
Uitleg formuleren
Oefenen formuleren

Slide 35 - Tekstslide

Formuleren
Formuleren is de manier waarop je iets opschrijft. 
Bij geschiedenis heb je daar in de eerste en tweede klas regels voor geleerd.

Slide 36 - Tekstslide

Formuleren: herhaling
Dat zijn de volgende 5 dingen:
1. Je neemt de vraag over in je antwoord. 
2. Je begint geen antwoorden met verwijswoorden.
3. Je verwijst naar bronnen op de juiste manier. 
4. Je laat altijd een witregel over tussen vragen.
5. Je neemt de structuur van de vraag over in je antwoord

Slide 37 - Tekstslide

Vraag: Leg uit waarom Franklin Roosevelts beleid ook wel The New Deal wordt genoemd.
dat is dat de economie van amerika helemaal een nieuwe manier kreeg namelijk dat hij wel ging investeren. de new deal dus.
Het beleid van Roosevelt wordt the New Deal genoemd omdat hij de eerste president was die actief ging ingrijpen in de economie. Hiermee probeerde hij de VS uit de economische crisis van 1929 te redden.

Slide 38 - Tekstslide

Vraag: Leg uit dat de Conferentie van München een voorbeeld is van appeassementpolitiek
Appeassementpolitiek betekent letterlijk het behouden van vrede. De Conferentie van München is hier een voorbeeld van, omdat Engeland en Frankrijk instemden met Hitlers overname van Tsjechië, om zo oorlog te voorkomen.
Omdat hitler allemaal stukken land kreeg omdat de rest maar gewoon geen oorlog wilde want ze waren nog niet gemobiliseerd dus gaven ze maar stukken land aan hitler zodat er geen oorlog kwam.

Slide 39 - Tekstslide

Tips formuleren
  • een lang antwoord is niet altijd beter
  • het gebruik van signaalwoorden geeft je antwoord structuur 
  • een vraag van 2p vraagt altijd om uitleg. 
  • leg begrippen uit die je gebruikt. 
  • werk door als je een vraag niet begrijpt. Ik vind het echt niet erg als je vragen door elkaar staan. 
  • lees als je tijd over hebt altijd even je antwoorden na
  • Als je tijd tekort hebt: hou rekening met het aantal punten dat je krijgt voor vragen en stel hier prioriteiten in!

Slide 40 - Tekstslide

Leren voor geschiedenis
Checklist
- Je kan bijzaken en hoofdzaken onderscheiden
- Je kent de begrippen
- Je kent de juiste chronologie
- Je kent de oorzaak-gevolgrelaties

Slide 41 - Tekstslide

Thuis voorbereiden
Leesvaardigheid:
Lees meer de krant :)
Schrijfvaardigheid: probeer ipv een mondelinge overhoring eens je antwoorden op te schrijven. 
Kennis: op YouTube staan ook veel uitlegvideo's!
Extra oefening: Verdiepingsvragen in je wb! Antwoorden staan op ELO. 

Slide 42 - Tekstslide

Aan de slag
Ga aan de slag met de volgende verdiepingsvragen in je werkboek:

Je mag zachtjes overleggen. Je hebt tot het einde van de les de tijd. 

Slide 43 - Tekstslide