Statistiek en procenten (les 3 klassikaal)

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

- Hoe je cijfermateriaal kunt combineren tot nieuwe informatie

- Gegevens uit tabellen combineren

- Rekenen met procenten

- Aflezen van en werken met gegevens uit diagrammen

- Dat er van diagrammen een misleidende indruk kan uitgaan

- Wat interpoleren en extrapoleren is

Wat leer je dit hoofdstuk?

- Hoe je cijfermateriaal kunt combineren tot nieuwe informatie

- Gegevens uit tabellen combineren

Wat heb je al geleerd?

 

 

- Rekenen met procenten

 

Wat ga je vandaag leren?

5.3 Procentuele veranderingen

In deze paragraaf leer je het volgende:

Rekenen met procenten

8,4 : 100 = 0,084 >>> vermenigvuldigingsfactor

5.3 Procentuele veranderingen

In deze paragraaf leer je het volgende:

Rekenen met procenten

5.3 Procentuele veranderingen

In deze paragraaf leer je het volgende:

Rekenen met procenten

Bij een procentuele toename is 'NIEUW' altijd het grootste getal en 'OUD' het kleinste getal.

Bij een procentuele afname gebruik je dezelfde formule. In het antwoord laat je het minteken weg.

5.3 Procentuele veranderingen

In deze paragraaf leer je het volgende:

Rekenen met procenten

5.3 Procentuele veranderingen

In deze paragraaf leer je het volgende:

Rekenen met procenten

Het procent-teken (%) voer je niet in op je rekenmachine !

Hoeveel procent is de afname?
... %
(alleen cijfers en komma invullen)

5.3 Procentuele veranderingen

In deze paragraaf leer je het volgende:

Rekenen met procenten

NIEUW = 451      OUD = 650

451 - 650

     650

De afname is 30,6 %

x 100 = - 30,615... ≈ -30,6  

5.3 Procentuele veranderingen

In deze paragraaf leer je het volgende:

Rekenen met procenten

Met hoeveel procent is de oppervlakte afgenomen?
... %
(alleen cijfers en komma invullen)

5.3 Procentuele veranderingen

In deze paragraaf leer je het volgende:

Rekenen met procenten

NIEUW = 1900      OUD = 2400

1900 - 2400

      2400

De afname is 20,8 %

x 100 = - 20,833... ≈ -20,8  

5.3 Procentuele veranderingen

In deze paragraaf leer je het volgende:

Rekenen met procenten

Huiswerk: 

Maak opgaven 15 t/m 19

Stel één vraag over iets dat je
nog niet zo goed hebt begrepen. Als alles
duidelijk was geef je dat gewoon aan.

Wat is het belangrijkste wat je
deze les hebt geleerd?