3.3 Kruit- en gasdampen in de loopgraven, 1914-1918

3.3. Kruit- en gasdampen in de loopgraven, 1914-1918
Geschiedenis
H3A
27 september 2024
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

3.3. Kruit- en gasdampen in de loopgraven, 1914-1918
Geschiedenis
H3A
27 september 2024

Slide 1 - Tekstslide

Planning 27 september
  • 27 september
  • Bespreken huiswerk
  • Start 3.3
  • Korte pauze
  • Mindmap 3.3 
  • Opgaven TvG

Slide 2 - Tekstslide

  • Maar eerst: wat gebeurde er 27 september?
  • Niets dat iets te maken heeft met WO1...

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken huiswerk TvG 3.2, 12-17
Vraag 13a:
Leg uit waarom het modern-imperialisme bijdraagt aan de groei van het nationalisme in Europa.
Werk als volgt:
  • Leg eerst de beide begrippen uit.
  • Toon vervolgens het verband tussen de begrippen aan
Vraag 17a: landkaarten waarin de spot wordt gedreven, net als in bron 1, met de situatie tussen de Europese landen.
in je uitleg [moet je]

  • een begrip uit de tekst toe lichten;
  • een onderdeel van de afbeelding concreet noemen;
  • een beschrijving geven hoe een bepaald land is afgebeeld.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog uitleggen
  • Je kunt uitleggen in hoeverre de bondgenootschappen (Centralen/Geallieerden) militair succesvol waren in de eerste maanden van WO1

Slide 5 - Tekstslide

3.3.1 - maar eerst: herhaling
wat weet je nog van 3.2?

Slide 6 - Tekstslide

Welk begrip hoort er niet bij WO I?
A
Nationalisme
B
Antisemitisme
C
Militarisme
D
Bondgenootschappen

Slide 7 - Quizvraag

Bij welk verschijnsel uit W.O.I past de foto?
A
Wapenwedloop
B
Nationalisme
C
Centralen
D
Natiestaat

Slide 8 - Quizvraag

Oorzaken
Aanleiding
Wapen wedloop
Bondgenoot-
schappen
Moord op de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije
Militarisme
Modern Imperialisme
Nationalisme

Slide 9 - Sleepvraag

Welke uitspraak over een veelvolkerenstaat is waar?
1. In een veelvolkerenstaat spreekt iedereen dezelfde taal
2. In een veelvolkerenstaat wonen mensen met verschillende culturele achtergrond
3. Aan het hoofd van een veelvolkerenstaat staat altijd een koning
A
1 is waar
B
3 is waar
C
2 is waar
D
Geen enkele is waar

Slide 10 - Quizvraag

Welk land was voor WO 1 een voorbeeld van een "veelvolkerenstaat" ?
A
Duitsland
B
Nederland
C
Oostenrijk-Hongarije
D
Frankrijk

Slide 11 - Quizvraag

De Centralen
Triple Entente
De geallieerden
Triple Aliantie
Rusland
Oostenrijk- Hongarije
Frankrijk
Turkije
Duitsland
Groot-Brittannië

Slide 12 - Sleepvraag

Modern Imperialisme is:
A
Trots zijn op je land
B
Meer wapens hebben dan je tegenstander
C
Zoveel mogelijk koloniën willen hebben
D
Geen van deze antwoorden is goed

Slide 13 - Quizvraag

Na de aanslag in Sarajevo...
  • Oostenrijk-Hongarije eist excuses van Servië
  • Servië treuzelt => Oostenrijk verklaart oorlog aan Servië
  • Servië wordt gesteund door Rusland. Rusland mobiliseert
  • Duitsland eist dat Rusland de mobilisatie stopt, anders oorlog
  • Duitsland eist van Frankrijk dat het neutraal blijft
  • Rusland mobiliseert toch
  • Frankrijk mobiliseert ook
  • Duitsland verklaart beide de oorlog
  • Engeland verklaart Duitsland de oorlog omdat dat land de neutraliteit van België schendt
..............
WO 1

Slide 14 - Tekstslide

het Von Schlieffenplan:
  • Doel: 2-frontenoorlog voorkomen
  • Hoe: eerst Blitzkrieg in Frankrijk
  • Daarna: Rusland verslaan
  • Het plan mislukte door:
  • 1. trage Duitse opmars door België
  • 2. snelle mobilisatie Russen 
  • 3. Engeland snel op vasteland
  • 4. snelle troepenverplaatsing Frankrijk

Slide 15 - Tekstslide

Franse militairen per taxi naar het front

Slide 16 - Tekstslide

Gevolg
...de Duitse opmars in het Westen stokt al in september 1914

Slide 17 - Tekstslide

Even pauze
timer
4:00

Slide 18 - Tekstslide

Oefening. Maak een mindmap van 3.3.1 en 3.3.2

Hoe ga je te werk.

  • Zet in het midden van het uitgedeelde A3-vel het woord "Sarajevo"
  • Verbind met Sarajevo alle kernwoorden uit TvG 3.3.1 en 3.3.2 en geef aan welk verband dit woord heeft met Sarajevo.
  • Voorbeeld: "Bosnië" is de het land waarvan Sarajevo de hoofdstad is. Geen dit aan.
  •  Andere kernwoorden zoals Servië hebben direct verband met Bosnië. Verbind beide begrippen met elkaar met de reden (Bosniërs willen deel uitmaken van Servië).



Slide 19 - Tekstslide

Oefening. Maak een mindmap van 3.3.1 en 3.3.2

  • Je mag zoveel begrippen opnemen uit 3.3.1 en 3.3.2 als je wilt - maar minimaal 15
  • Je werkt in tweetallen
  • Je mag zachtjes overleggen
  • Tijd: 40 minuten
  • Als je klaar bent met de mindmap: maak dan de twee invulsamenvattingen onder 3.3.1 en 3.3.2



Slide 20 - Tekstslide

Oefening. Maak een mindmap van 3.3.1 en 3.3.2

Zoveel informatie! Alles hangt met alles samen! 


Slide 21 - Tekstslide

Oefening. Maak een mindmap van 3.3.1 en 3.3.2

Hoe werkt een mindmap:

Op de mindmap die jullie gaan maken verbind je kernbegrippen uit de leertekst met elkaar. Zo maak je verbanden en samenhangen tussen de begrippen duidelijk. Sommige kernbegrippen zijn onderstreept, andere moet je zelf uit de tekst halen.


Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog uitleggen
  • Je kunt uitleggen in hoeverre de bondgenootschappen (Centralen/Geallieerden) militair succesvol waren in de eerste maanden van WO1

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk 4 oktober
Wat: TvG 3.3, opgaven 1 t/m 7b

Slide 24 - Tekstslide