BS1: Organismen en hun omgeving

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Thema 6:
Duurzaamheid & Ecologie

Basisstof 1: Organismen en hun omgeving 
Basisstof 2: Voedselrelaties en kringlopen
Basisstof 3: Samenleven 
Basisstof 4: Natuurbeheer
Basisstof 5: Mens en milieu
Basisstof 6: Duurzaamheid

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf 3 woorden/zinnen op waar je
aan denkt over het onderwerp
duurzaamheid
timer
0:30

Slide 4 - Open vraag

Schrijf 3 woorden op waar je aan
denkt over het onderwerp ecologie
timer
0:30

Slide 5 - Open vraag

Wat is ecologie en duurzaamheid?
  • Ecologie = Wetenschap die zich richt op de wisselwerking tussen organismen en zijn milieu (omgeving). 
  • Duurzaamheid = dingen die gemaakt of verkregen zijn op een manier die het milieu en de natuur zo min mogelijk belast.  

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen basisstof 1
Aan het einde van de les kun je: 
  • De invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren 
  • De niveaus van de ecologie beschrijven 
  • In een ecosysteem de voedselrelaties aangeven 

Slide 7 - Tekstslide

Milieu
  • Het milieu (leefomgeving) bepaald de leefomgeving van een organismen 
  •  Ecologie = relaties tussen organismen en hun milieu 
  • Biotische factor = levend invloed op de leefomgeving 
  • Abiotische factor = levenloze invloed op de leefomgeving
  • Abiotische EN biotische factoren hebben invloed op de leefomgeving van een organisme. 

Slide 8 - Tekstslide

Biotische factoren
Abiotische factoren

Slide 9 - Sleepvraag



  • Individu = 1 organisme
  • Populatie = individuen van dezelfde soort in hetzelfde gebied, die zich onderling voortplanten
  • Levensgemeenschap = Alle populaties in een bepaald gebied
  • Biotoop = alle abiotische factoren in een gebied
  • Ecosysteem = Gebied waar een levensgemeenschap en een biotoop een eenheid vormen
  • Biosfeer = Alle ecosystemen over de hele
  • Individu = 1 organisme
  • Populatie = individuen van dezelfde soort in hetzelfde gebied, die zich onderling voortplanten
  • Levensgemeenschap = Alle populaties in een bepaald gebied 
  • Biotoop = alle abiotische factoren in een gebied
  • Ecosysteem = Gebied waar een levensgemeenschap en een biotoop een eenheid vormen 
  • Biosfeer = Alle ecosystemen over de hele wereld samen
Niveaus van ecologie

Slide 10 - Tekstslide

Niveaus van ecologie

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor milieu?
A
Weersomstandigheden
B
Abiotische en biotische factoren
C
Leefomgeving
D
Ecosysteem

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag
  • Wat? Maak opdracht 1, 2, 5 en 6 van basisstof 1
  • Hoe? Zelfstandig en 5 min in STILTE
  • Hulp? Steek je vinger op
  • Tijd? 15 minuten (waarvan 5 in stilte)
  • Klaar? Ga verder met opdracht 3, 4 en 7 t/m 9 van BS1

Huiswerk =  Opdracht 1, 2, 5 en 6 van BS1

timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

WACHTWERK = Schrijf in STILTE de laatste begrippen van Basisstof 1 in je begrippenschrift + de begrippen van basisstof 2. 

Slide 14 - Tekstslide

Lesplan

  • Herhaling vorige les
  • Leerdoelen basisstof 1
  • Uitleg deel 2 van basisstof 1
  • Aan de slag 

Slide 15 - Tekstslide

4

Slide 16 - Video

voedselketen
                                      Voedselketen

  • Voedselketen = Een rij (reeks) met diersoorten wat voedsel is voor elkaar.
  • Onderaan de voedselketen is het eerste organismen dat gegeten wordt 



Slide 17 - Tekstslide

Voedselweb
In een voedselweb staan alle voedselrelaties in een ecosysteem (meerdere voedselketens)

Een voedselketen begint altijd met een plant.
Wat is de langste en kortste? 

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een voedselweb en een voedselketen

Slide 19 - Open vraag

Biomassa
Piramide van biomassa
  • Deze piramide heeft altijd een piramidevorm
  • In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel kleiner (10% blijft over)
  • Biomassa = totale hoeveelheid energierijke stoffen in een organisme (bv: koolhydraten)

Slide 20 - Tekstslide

Wat is biomassa?
A
Alle planten in een ecosysteem
B
Het gewicht van een groep organismen in een ecosysteem
C
Alle biotische factoren in een ecosysteem
D
Het totale gewicht van alle organische stoffen in een organisme

Slide 21 - Quizvraag

Accumulatie
Zware metalen (gif): wordt niet afgebroken en opgeslagen in het vetweefsel.

Accumulatie (opeenhoping) zorgt voor problemen in de hogere schakels in de voedselketen.

Slide 22 - Tekstslide

Pesticiden (bestrijdingsmiddelen) en accumulatie

Slide 23 - Tekstslide

Accumulatie is ...
A
.. het ophopen van gifstoffen in het milieu
B
.. het afbreken van gifstoffen door het milieu
C
.. het afbreken van gifstoffen door een ziekteverwekker
D
.. het ophopen van gifstoffen in organismen

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag
  • Wat? Maak opdracht 3, 4 en 7 t/m 9 van basisstof 1
  • Hoe? Zelfstandig 
  • Hulp? Steek je vinger op
  • Tijd? 15 minuten (waarvan 5 in stilte)
  • Klaar? Lees basisstof 2 door en beantwoord de eerste 3 opdrachten. 
Huiswerk = Opdracht 3, 4 en 7 t/m 9 van basisstof 1
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Bespreken opdracht 6

Slide 26 - Woordweb