Name a product, the amount and the colour or another description. Use an adjective for each product.
Slide 10 - Tekstslide
Speaking task
Je hebt sportkleding nodig. Je zoekt een sportbroek en een bijpassend shirt met korte mouwen. Het pak moet niet te duur zijn maximaal 60 euro. Ga de sportkledingwinkel in en vraag om hulp. Koop een pak dat past binnen jouw budget.