8.2: Nederland en de zee

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en wereldMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


A
8
B
80
C
100
D
250

Slide 2 - Quizvraag


1
2

3

4

Vandaag behandelen we doel 1 en 2!

Slide 3 - Tekstslide

Aan het eind van de les geef weet je het antwoord:

* Welke polder is ontstaan door een droogmakerij? 
 * Welke drie dingen beschermen het land dat onder zeeniveau ligt?
* wat is inklinking?
* Wat is verzilting?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

1

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide


A
De bodem stijgt
B
Het grondwater stijgt
C
De bodem daalt
D
Er worden stenen gelegd

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Wat is een juiste uitspraak over een droogmakerij?
A
Een droogmakerij was vroeger water.
B
Een droogmakerij is een ander woord voor polder.
C
Een polder was eerst een droogmakerij.

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn de kenmerken van een droogmakerij?
A
Boven de zeespiegel en kleigrond
B
Boven de zeespiegel en veengrond
C
Onder de zeespiegel en kleigrond
D
Onder de zeespiegel en veengrond

Slide 13 - Quizvraag

Een droogmakerij is altijd een polder
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Een polder is altijd een droogmakerij?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Wat was het voordeel van een droogmakerij?
A
Er kwam minder grond beschikbaar.
B
Er kwam meer landbouwgrond.
C
Er kwamen meer meren.
D
Er kwam een nieuwe handelsstad.

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent inklinking?
A
Het stijgen van de bodem
B
Het dalen van de waterspiegel
C
Het stijgen van de waterspiegel
D
Het dalen van de bodem

Slide 17 - Quizvraag

Welk begrip past het best bij de afbeelding?
A
Polder
B
Zandmotor
C
Droogmakerij
D
Inklinking

Slide 18 - Quizvraag

Verzilte grond is
A
Vruchtbaar
B
Onvruchtbaar
C
Nat
D
Droog

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de oorzaak van verzilting?
A
Ontbossing
B
Overbeweiding
C
Te veel irrigatiewater gebruiken
D
Uitputting van de bodem

Slide 20 - Quizvraag

Verzilting kan worden voorkomen door
A
overdag veel water over de akkers te laten vloeien
B
zuiniger met water om te gaan waardoor de grondwaterspiegel niet omhoog komt
C
alleen te irrigeren op hele warme dagen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het antwoord?
* Welke polder is ontstaan door een droogmakerij? 
 * Welke drie dingen beschermen het land dat onder zeeniveau ligt?
* wat is inklinking?
* Wat is verzilting?

Slide 22 - Tekstslide

Wat ga je doen?
* Je leest de blauwe vakken!
* Je maakt tot en met vraag 5 (anders huiswerk)
* Je gaat aan de extra opdrachten werken
* Eventueel al een samenvatting schrijven voor de toets!

Slide 23 - Tekstslide


1
2

3

4

                Vandaag behandelen we doel 3 en 4!

Slide 24 - Tekstslide

Aan het eind van de les geef je antwoord!

* Wat is kustafslag?
 * Waardoor stijgt de zeespiegel?
* Wat is zandsuppletie?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Zachte kustverdediging 
Hier heb je kustafslag.
 Wegslaan van stukken strand of duin tijdens een storm.

Oplossing? Zandsuppletie
Het opspuiten van zeezand voor of op het strand om de kust te versterken. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide


Zandsuppletie

Dynamisch kustbeheer
Kustafslag tegengaan door kustlijn van 1900 vast te houden:

Slide 31 - Tekstslide

Wat is zandsuppletie?
A
De dijken verhogen aan zee
B
het breder maken van stranden met zand
C
De bodem ophogen met zand
D
De duinen versterken

Slide 32 - Quizvraag

Een zandsuppletie is GEEN oplossing voor zeespiegelstijging.
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?
A
Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
B
Om dijken langs de rivieren te versterken.
C
Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
D
Om stranden en duinen langs de kust te versterken.

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de betekenis van kustafslag ?
A
Daling van de grond als de slappe ondergrond (veen en klei) inzakt door het wegpompen van water.
B
Wegslaan van stukken strand en duin tijdens een storm.

Slide 35 - Quizvraag

Welk deel van de kust is erg gevoelig voor kustafslag?
A
De Afsluitdijk
B
De Deltawerken
C
De Zandmotor
D
Zeereep

Slide 36 - Quizvraag


Wat zie je hier?
A
zandmotor
B
zandsuppletie
C
kustafslag
D
zeereep

Slide 37 - Quizvraag

Wat is het antwoord?
* Wat is kustafslag?
 * Waardoor stijgt de zeespiegel?
* Wat is zandsuppletie?

Slide 38 - Tekstslide

Wat ga je doen?
* Je leest de blauwe vakken!
* Je maakt alle vragen van 8.2 tot en met 7 is in de les af. De rest mag ook als huiswerk. 
* Je gaat aan de extra opdrachten werken
* Eventueel al een samenvatting schrijven voor de toets!

Slide 39 - Tekstslide