oefentoets Thema 5

Gevoelszenuwen geleiden impulsen van ....
A
zintuigen naar de hersenen
B
hersenen naar zintuigen
C
spieren naar de hersenen
D
het ruggenmerg naar de hersenen
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Gevoelszenuwen geleiden impulsen van ....
A
zintuigen naar de hersenen
B
hersenen naar zintuigen
C
spieren naar de hersenen
D
het ruggenmerg naar de hersenen

Slide 1 - Quizvraag

Wat gaat er door een gevoelszenuw?
A
impulsen
B
prikkels

Slide 2 - Quizvraag

In welke richting geleidt een gevoelszenuw impulsen?
A
Naar het centrale zenuwstelsel
B
Van het centrale zenuwstelsel af
C
Naar de spieren
D
Naar de receptoren

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen onderdeel van het centraal zenuwstelsel
A
Zenuwen in het lichaam
B
Hersenen
C
Hersenstam
D
Ruggenmerg

Slide 4 - Quizvraag

Een bewegingszenuw
A
gaat naar het CZ toe
B
gaat van het CZ weg
C
ligt helemaal in het CZ
D
gaat van een spier weg

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de naam van de "knobbel" bij een gevoelszenuw?
A
Zenuwknobbel
B
Cellichaam
C
Zenuwknoop
D
Uitloper

Slide 6 - Quizvraag

Welk nummer geeft een
gevoelszenuw aan?
A
2
B
3
C
5
D
6

Slide 7 - Quizvraag

Waar liggen de cellichamen van bewegingszenuwen?
A
In de kleine hersenen
B
In de hersenstam
C
Die hebben alleen maar uitlopers, geen cellichamen
D
In het ruggenmerg

Slide 8 - Quizvraag

Gevoelszenuwen geleiden impulsen van ....
A
zintuigen naar het centrale zenuwstelsel
B
het centrale zenuwstelsel naar zintuigen
C
spieren naar het centrale zenuwstelsel
D
het centrale zenuwstelsel naar spieren

Slide 9 - Quizvraag

een gevoelszenuw begint bij een zintuig
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Schakelcellen ontvangen impulsen van:
A
bewegingszenuwcellen
B
zintuigcellen
C
gevoelszenuwcellen
D
prikkels uit de omgeving

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het centrale zenuwstelsel?
A
grote hersenen + kleine hersenen + hersenstam + ruggenmerg
B
grote hersenen + kleine hersenen + hersenstam
C
Grote hersenen + kleine hersenen
D
Grote hersenen

Slide 12 - Quizvraag

De cellichamen van schakelcellen liggen in:
A
Het merg van de hersenen
B
De schors van de hersenen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de functie van schakelcellen?
A
impulsen geleiden vanaf een zintuig naar het centrale zenuwstelsel
B
impulsen geleiden vanaf het c.z. naar een spier
C
impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel

Slide 14 - Quizvraag

Schakelcellen bevinden zich
A
in het hele lichaam
B
binnen het CZS
C
in de grote hersenen
D
in de kleine hersenen

Slide 15 - Quizvraag

Aan de rugzijde komen bewegingszenuwen het ruggenmerg in.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Met welk nummer is de gevoelszenuw weergegeven?
A
2
B
6
C
7
D
8

Slide 17 - Quizvraag

In welke richting geleidt een gevoelszenuw impulsen?
A
In de richting van centrale zenuwstelsel
B
In de richting van spieren en klieren

Slide 18 - Quizvraag

Welke richting gaat een bewegingszenuw heen?
A
Van het zintuig af naar het czs toe
B
Van het czs naar het zintuig
C
Van zintuig naar zintuig
D
Van een zintuig naar een schakelcel

Slide 19 - Quizvraag

De oogzenuw is een voorbeeld van een gevoelszenuw?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Gevoelszenuwen geven impulsen door aan spieren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je de bewegingszenuw van je linkerarm verdooft?
A
Prikkels kunnen die spieren niet bereiken, dus die arm beweegt niet.
B
Impulsen bereiken de spieren niet:arm beweegt niet en je voelt ook niets
C
Impulsen bereiken de spieren niet:arm beweegt niet, maar kan voelen
D
Prikkels kunnen de spieren gewoon bereiken, hij beweegt en voelt gewoon

Slide 22 - Quizvraag

Waar treden bewegingszenuwen bij het ruggenmerg naar buiten?
A
Aan de rugzijde
B
Aan de buikzijde

Slide 23 - Quizvraag

Welk nummer is de bewegingszenuw?
A
Nummer 2
B
Nummer 5
C
Nummer 6
D
Nummer 7

Slide 24 - Quizvraag

In welke richting worden impulsen door bewegingszenuwen voortgeleid?
A
Naar spieren en klieren
B
Naar de hersenen
C
Naar zintuigen

Slide 25 - Quizvraag

Welk nummer is de bewegingszenuw?
A
Nummer 3
B
Nummer 4
C
Nummer 5
D
Nummer 6

Slide 26 - Quizvraag

Waar ligt het cellichaam van de gevoelszenuw?
A
Nummer 3
B
Nummer 6
C
Nummer 8
D
Nummer 9

Slide 27 - Quizvraag