Persoonlijk voornaamwoorden + Avoir
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wanneer gebruik je in het Frans het lidwoord "le" ?
A
Voor mannelijke woorden
B
Voor vrouwelijke woorden
C
Voor woorden met een klinker, of stomme 'h' aan het begin.
D
Voor woorden in het meervoud
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer gebruik je in het Frans het lidwoord " l' " ?
A
Voor klinkers en een stomme 'h'
B
Voor mannelijke woorden
C
Voor vrouwelijke woorden
D
Bij un en une
Slide 7 - Quizvraag
Je wilt 'een meisje' vertalen. Welke lidwoord is dan juist ?
A
la
B
les
C
un
D
une
Slide 8 - Quizvraag
Wanneer gebruik je het lidwoord 'les."
A
Bij mannelijk enkelvoud
B
Bij vrouwelijk enkelvoud
C
Bij woorden die beginnen met een klinker of h.
D
Bij het meervoud
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat zijn persoonlijk voornaamwoorden?
Slide 11 - Open vraag
Welk woord is geen persoonlijk voornaamwoord
A
Nous
B
Vous
C
Oui
D
Ils
Slide 12 - Quizvraag
Kies het juiste persoonlijk voornaamwoord:
'.....ai 12 ans'.
'.....ai 12 ans'.
A
Tu
B
Je
C
J'
D
Il
Slide 13 - Quizvraag
Sleep de juiste vertalingen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord
il
nous
vous
elle
tu
je
wij
zij
ik
jullie
jij
hij
Slide 14 - Sleepvraag
Wat betekenen de persoonlijk voornaamwoorden ils/elles? En wat is het verschil tussen deze twee?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Wat betekent 'avoir'
A
hebben
B
zijn
C
gaan
D
doen/maken
Slide 17 - Quizvraag
avoir
=
hebben
Sleep de juiste vorm van avoir naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
avons
ont
ai
avez
as
a
