In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
§ 5.1 Planten bekijken
Slide 2 - Tekstslide
Uit welke delen bestaat een plant?
Een plant bestaat uit:
Wortels
Een stengel
Een bloem
Bladeren
Slide 3 - Tekstslide
Onderdelen van een plant:
De wortels zorgen voor de opname van water en mineralen. De wortels zorgen er ook voor stevigheid in de grond voor de plant.
De stengel houd de bladeren en de bloem op hun plek. Door de stengel lopen kleine buisjes die water en voedingsstoffen naar de bloemen en bladeren brengen, en andersom.
De bladeren maken in het bladmoes zelf voedingsstoffen voor de plant. De nerven transporteren deze voedingsstoffen naar de stengel.
De bloem zorgt voor de voortplanting van de plant.
Slide 4 - Tekstslide
Het blad
Slide 5 - Tekstslide
Het blad
Slide 6 - Tekstslide
Waaruit bestaat een plantencel?
Celwand: stevige laag om de cel.
Celmembraan: Vlies om het cytoplasma, regeling van stoffen die in- en uit de cel gaan.
Cytoplasma: Een stroperige vloeistof. In het cytoplasma liggen de celkern en de bladgroenkorrels.
Slide 7 - Tekstslide
Waaruit bestaat een plantencel?
Celkern: Een klein bolletje in de cel. Het regelt alles wat er in de cel gebeurt.
Vacuole: Zorgt voor stevigheid als het is 'volgepompt' met water.
Bladgroenkorrels: Kleine groene bolletjes. Zij zorgen voor de groene kleuren en maken voedingsstoffen.
Slide 8 - Tekstslide
Hoe blijven planten rechtop?
Planten die stevig zijn door houtcellen, noem je houdachtige planten.
Planten die water nodig hebben voor stevigheid noem je kruidachtige planten.
Slide 9 - Tekstslide
Hoe komt water in de bladeren?
Aan de wortels zitten wortelharen. hiermee zuigt de plant water op.
Het water wordt getransporteerd via de vaten.
Een groepje vaten bij elkaar noem je vaatbundels.
Slide 10 - Tekstslide
Hoe komt water in de bladeren?
De bladeren moeten steeds weer het water aanvullen.
Het water in de bladeren verdampt en verlaat het blad via de huidmondjes.
De huidmondjes staan bij warm en droog weer dicht. Als het heel vochtig is in de lucht staan de huidmondjes open.
Slide 11 - Tekstslide
De waterstroom
Het verdampte water verlaat het blad via de huidmondjes. De cellen rondom het huidmondje raken het water zo kwijt.
De cellen zonder water worden weer aangevuld door de buurcellen.
Tot slot neemt de plant weer nieuw water op met de wortels. Zo blijft de waterstroom opgang
Slide 12 - Tekstslide
Huiswerk
Maken opdrachten § 5.1
Slide 13 - Tekstslide
§5.2 Planten groeien
Slide 14 - Tekstslide
Hoe komt een plant uit een zaadje?
Nadat planten hebben gebloeid, veranderen de bloemen in vruchten.
In de vrucht zitten de zaden.
De zaden bestaan uit 2 zaadlobben. Daartussen zit de kiem. Om de 2 zaadlobben zit een zaadhuid.
Slide 15 - Tekstslide
Hoe komt een plant uit een zaadje?
Als er een nieuw plantje uit een zaadje groeit, dan noem je dat ontkiemen.
De kiem, is eigenlijk een mini-plantje.
In de zaadlobben zit heel veel reservervoedsel waardoor de kiem goed kan groeien na de ontkieming.
Slide 16 - Tekstslide
Hoe groeit een plantje verder?
Als de kiem plantjes steeds groter en zwaarder worden, dan noem je dat groei.
Door lengtegroei vanuit de uiterste topjes, worden de stengels en wortels steeds langer.
Als een plant nieuwe delen krijgt, dan noem je dat ontwikkeling.
Slide 17 - Tekstslide
Hoe groeien bomen?
Uit de eindknoop groeit de tak verder in de lengte, dit noem je uitlopen.
Uit de zijknopen groeien nieuwe zijtakken.
Om de knop zitten knopschubben. Deze schubben beschremen de knop tegen kou en tegen insecten.
Slide 18 - Tekstslide
Hoe groeien bomen?
Als er een nieuw stuk tak groeit vormt er zich een ringlitteken. Na elk jaar vormt er zich weer een nieuw litteken. Het deel van een tak precies tussen 2 littekens is dus precies jaar oud.
Slide 19 - Tekstslide
Hoe groeien bomen?
Door middel van diktegroei worden de takken en de stam steeds dikker.
In de stam zit een groeilaagje, uit deze groeilaag ontstaan nieuwe houtcellen.
Het laagje houdcellen dat in een jaar wordt gevormt, noem je een jaarring.
Slide 20 - Tekstslide
Huiswerk
Maken opdrachten §5.2
Slide 21 - Tekstslide
§5.1 Planten
Slide 22 - Woordweb
Uit welke 4 onderdelen bestaat een plant?
Slide 23 - Open vraag
Welk onderdeel zorgt voor de opname van water en mineralen?
A
Wortel
B
Bloem
C
Bladeren
D
Stengel
Slide 24 - Quizvraag
Welke onderdeel vervoerd water en voedingsstoffen, door middel van vaatbundels?
A
Wortel
B
Bloem
C
Stengel
D
Bladeren
Slide 25 - Quizvraag
Waar in de bladeren worden de voedingsstoffen voor de hele plant gemaakt?
A
Bladmoes
B
Nerven
Slide 26 - Quizvraag
Waar zorgt de bloem voor?
A
Versiering voor de plant
B
Voortplanting
C
Geen functie
D
Insecten wegjagen
Slide 27 - Quizvraag
Noem alle onderdelen van een plantencel.
Slide 28 - Open vraag
Hoe noem je planten die stevig zijn door houtcellen?
A
Houtachtige planten
B
Kruidachtige planten
Slide 29 - Quizvraag
Hoe noem je planten die stevig blijven door water?