In deze les zitten 38 slides, met tekstslides en 14 videos.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Vandaag:
- Bespreking: presentatie
- Warming - up // herhalen
- Luistervaardigheid (Tijdens de les)
Slide 1 - Tekstslide
mein, sein, dein, ihr
Slide 2 - Tekstslide
Vertaal: hoe gaat het met je?
Slide 3 - Tekstslide
Vertaal: mobiliteitsaanbieder
Slide 4 - Tekstslide
Vertaal: ik wil je graag helpen
Slide 5 - Tekstslide
2M Hören und Sehen
16 Fragen:
6 Fragen Sehen
10 Fragen Hören
Slide 6 - Tekstslide
Sehen
Je gaat 4 videofragmenten zien. Lees de vragen voor het kijken van het videofragment. Beantwoord de vragen tijdens het kijken of in de pauze die volgt op het videofragment.
Slide 7 - Tekstslide
Fragment eins
1. Van hoe laat tot hoe laat is de volleybaltraining?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Fragment zwei
2. Hoe laat staat Emma op?
3. Wanneer eten ze de tomaten, brocoli en de sla?
4. Hoe laat is Nina weer thuis?
timer
0:15
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Fragment drei
timer
0:20
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Fragment vier
6. Noem 1 ding wat Emma in het weekend gaat doen.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Hören: fragment eins
Luister naar het fragment. Het gesprek is in 4 fragmenten verdeeld. Na elk fragment volgt een korte pause. Lees voor elke fragment de stellingen door. Kruis na het luisteren of de stelling goed (Richtig) of fout (Falsch) is. Lees daarna de volgende vraag.
Slide 16 - Tekstslide
Vraag
1. Laura noemt haar grootvader Pappous.
Slide 17 - Tekstslide
0
Slide 18 - Video
Vraag
2. Laura’s grootvader heeft bij BMW in de kantine gewerkt.
Slide 19 - Tekstslide
0
Slide 20 - Video
Vraag
3. Laura’s grootouders trouwden in München.
Slide 21 - Tekstslide
0
Slide 22 - Video
Vraag
4. Nikos en Michalis zijn de broers van Eva.
Slide 23 - Tekstslide
0
Slide 24 - Video
Hören: fragment zwei
Luister naar het fragment. Het gesprek is in 6 fragmenten verdeeld. Na elk fragment volgt een korte pause. Lees voor elke fragment de stellingen door. Kruis na het luisteren of de stelling goed (Richtig) of fout (Falsch) is. Lees daarna de volgende vraag.