TH2 Grammatica blok 3 opdracht 8/9/11

Grammatica TH2
Bijstellingen
Zelfstandig werkwoord
Hulpwerkwoord
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica TH2
Bijstellingen
Zelfstandig werkwoord
Hulpwerkwoord

Slide 1 - Tekstslide

Kies de bijstelling:
De leidinggevende van de supermarkt, mevrouw Saris, heeft vrijdag mijn zus ontslagen.
A
Heeft ontslagen
B
mevrouw Saris
C
Mijn zus
D
vrijdag

Slide 2 - Quizvraag

Kies de bijstelling:
Mijn opa heeft genoten van de dagschotel, een stoofpotje.
A
Heeft genoten
B
Mijn opa
C
een stoofpotje

Slide 3 - Quizvraag

Kies de bijstelling:
Het artikel over vakantiespreiding staat in een van de bekendste Nederlandse kranten, het Algemeen Dagblad.
A
staat
B
Het artikel over vakantiespreiding
C
het Algemeen Dagblad

Slide 4 - Quizvraag

In de volgende zinnen mag je zelf een bijstelling bedenken...

Slide 5 - Tekstslide

De kat van de buren ligt de hele dag in de zon voor het raam.

Slide 6 - Open vraag

Voor mijn verjaardag kreeg ik vorig jaar deze laptop.

Slide 7 - Open vraag

Ga je mee naar de nieuwe film?

Slide 8 - Open vraag

Wat heb je nu allemaal geleerd?
wwg
ond
lv
mwv
bwb
bvb
bijstelling

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk een zin met 'bellen'.
Bedenk daarna een zin waarin je er een werkwoord bij bedenkt. Zet een streep onder het werkwoord dat de handeling aangeeft.

Slide 10 - Open vraag

Bedenk een zin met vertrouwen.
Bedenk daarna een zin waarin je er een werkwoord bij bedenkt. Zet een streep onder het werkwoord dat de handeling aangeeft.

Slide 11 - Open vraag

Bedenk een zin met gooien.
Bedenk daarna een tweede zin waarin je er een werkwoord bij bedenkt. Zet een streep onder het werkwoord dat de handeling aangeeft.

Slide 12 - Open vraag

Werkwoorden:
Kun je onderverdelen in verschillende vormen: PV/ Volt. DW/ INF. 
Je kunt ze ook onderverdelen in soorten. In deze les leer je het zelfstandig werkwoord (ZWW) en het hulpwerkwoord (HWW) kennen. 

Het zelfstandig werkwoord geeft de handeling in een zin aan.

Slide 13 - Tekstslide

1. Imme fietst elke dag naar school
2. Imme is elke dag naar school gefietst
3. Imme zal elke dag naar school moeten fietsen

is, zal en moeten zijn hulpwerkwoorden
fietst, gefietst en fietsen zijn zelfstandige werkwoorden

Slide 14 - Tekstslide

De werkwoordsvormen fietst, gefietst, en fietsen geven in de zinnen de handeling aan. Het zijn zelfstandige werkwoorden (ZWW).
In een zin met meerdere werkwoorden is het werkwoord dat de handeling aangeeft altijd een voltooid deelwoord of een infinitief. De PV en eventuele andere werkwoorden zijn dan hulpwerkwoorden (HWW). 

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht:
Maak opdracht 11

Slide 16 - Tekstslide