email

WRITING
formele en informele e-mail schrijven
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

WRITING
formele en informele e-mail schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Informele email

Slide 14 - Tekstslide

Informele (persoonlijke) email

Dit is een email naar iemand die je kent, bijvoorbeeld een vriend of familielid. Voor dit soort emails hoef je je dus aan minder regels te houden dan bij een formele (zakelijke) email.

Slide 15 - Tekstslide

Writing an informal email
Je schrijft een informele email naar vrienden, familieleden of mensen die je kent.
De mail heeft 5 onderdelen:
  1. header
  2. aanhef
  3. je verhaal
  4. afsluitende zin
  5. je naam

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een informele email?
Een bericht dat je schrijft aan:
  • Bekenden
  • Familie
  • Vrienden/kennissen
  • Collega's
  • Mensen die gelijk zijn aan jou

Slide 17 - Tekstslide

Persoonlijke Engelse email (informeel)

Slide 18 - Tekstslide

Tips voor het schrijven van een (informele) email
1. Aanhef: Begroet de persoon waar je naar schrijft.
Bijv. Hi/ Hello/ Dear (naam),  ('dear' is altijd goed).
 
2. Beantwoorden hoe het gaat + stel de vraag terug:
Bijv. I am well/ okay/ great/ bad. How are you doing?

3. Vertel meer over het onderwerp: 
Zet alle punten die van je gevraagd wordt in je email.
4. Sluit de brief af: Bijv. I am looking forward to hearing from you.
Best wishes / Kind regards, (naam)

Slide 19 - Tekstslide

Writing task
  • Write an email to a friend or family member about your internship
From:
To:
Subject:

*Informele groet*,

Intro: stel jezelf voor en vertel waarom je schrijft (+zin 1)

Kern:  vertel over je vakantie (zin 2 + 3)

Slot: vertel dat je hoopt hen snel te zien


Slotgroet, 
+ je naam


Use the following sentences: 
1. My internship is with...  
2. The best part about my internship is...
3. The worst part about my internship is...

Slide 20 - Tekstslide