17. Describir personas

¡Buenos días!
Selección de España en la Eurocopa
Lesdoel: Ik kan een persoon beschrijven.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

¡Buenos días!
Selección de España en la Eurocopa
Lesdoel: Ik kan een persoon beschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Hoy en la clase
  • Controlar los deberes

  • Los verbos

  • La ropa y los colores

  • Describir personas 

  • Los deberes
equipación oficial
local                                           visitante

Slide 2 - Tekstslide

Verbos -AR-ER -IR
Controlar los deberes
Weet je de 
regel nog?

Slide 3 - Tekstslide

Juntos (samen):                  Clara _________ (comprar) una falda roja. 

1.  Mi amiga y yo ______________ (estudiar) mucho.
 
2. Ellas ____________ (correr) un maratón. 

3. Juan y tú _____________ (vivir) en una casa muy bonita. 

4. Yo ______________ (nadar) en una piscina muy grande. 

5. Mis padres ________________ (comer) paella valenciana. 

Conjuga verbos -AR, -ER, -IR
Sevilla

Slide 4 - Tekstslide

¡IMPORTANTE!

Naam                          > él, ella, usted                             (of 1 familielid)
Naam + yo                 > nosotros
Naam + tú                  > vosotros
Naam + Naam          > ellos                                             (of meerdere familieleden) 
1 ding (het)                > él, ella, usted
meerdere dingen   > ellos, ellas, ustedes





Slide 5 - Tekstslide

La ropa y los colores
Meervoudsvormen maken:
  • eindigt een woord op een klinker (a/e/o/u/i)? +S                > rojos, amarillos, negros
  • eindigt een woord op een medeklinker? +ES                        > marrones, azules, grises

Het bijvoeglijk naamwoord is in geslacht en getal altijd gelijk aan het zelfstandig naamwoord. 
  • De rode jurk   >    El vestido rojo           Het zelfstandig naamwoord jurk = mannelijk enkelvoud
  • De rode rok    >    La falda roja               Het zelfstandig naamwoord rok = vrouwelijk enkelvoud
  • De rode bril    >    Las gafas rojas          Het zelfstandig naamwoord bril = vrouwelijk meervoud. 

Let op woorden zoals: bril, spijkerbroek, schoenen gebruiken we vrijwel altijd in het meervoud. 
(je hebt twee brilglazen, twee broekspijpen, twee schoenen...)
geslacht wil zeggen of een woord mannelijk of vrouwelijk is. 
Een woord is mannelijk als het eindigt op o.
Een woord is vrouwelijk als het eindigt op a, ción, sión, dad, tad.
getal wil zeggen of een woord enkelvoud of meervoud is. 

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf de personen op de volgende afbeeldingen




Welke werkwoorden heb je nodig?
llevar = dragen
ser = zijn 
tener = hebben

Vergeet de werkwoorden niet te vervoegen

Slide 7 - Tekstslide

A. Laporte 
  • Rood T-shirt
  • baard
  • bruin haar  

Maak hele zinnen.
verdediger Spaanse voetbal elftal

Slide 8 - Tekstslide

Luis Enrique
  • Witte blouse
  • Grijze stropdas
  • Bruine ogen 

Maak hele zinnen. 
bondscoach Spanje

Slide 9 - Tekstslide

Reina Letizia
  • Rode jurk
  • Aardig
  • Bruine hakken

Maak hele zinnen. 
Koningin van Spanje

Slide 10 - Tekstslide

Rey Felipe
  • Blauwe blouse
  • Blauwe spijkerbroek
  • Bruine riem

Maak hele zinnen. 
Koning van Spanje

Slide 11 - Tekstslide

Es mayor, gordo y calvo. Es elegante. Lleva gafas modernas. 
Es alta, delgada y muy guapa. Tiene el pelo rubio y corto. 
Es delgada. Es algo mayor, morena con pelo largo.  Es muy elegante
Es joven y dinámico. Tiene el pelo largo y moreno. Lleva barba y bigote. 

Slide 12 - Sleepvraag


Levántate si...

Slide 13 - Tekstslide

Gans: Het aantal ogen wat je gegooid had mag je nogmaals verder. 
Brug (5): Ga verder naar 12.
Dobbelstenen: Je mag nog een keer gooien.
Put (18): Sla 2 beurten over.
Gans in doornstruik (23): Ga terug naar 20.
Gevangenis (29): sla 2 beurten over.
Dode gans (34): Ga terug naar start.
(39): wie hier als eerst komt heeft gewonnen!

Juego de la oca

Slide 14 - Tekstslide

                      Weet je het nog? 

Dit zijn alle vervoegingen van de onregelmatige werkwoorden
ser, tener en llamarse. Start met de opdrachten op de volgende pagina's. 
soy
es
somos
sois
tengo
tienes
tenemos
tienen
me llamo
te llamas
zijn
hebben
heten 

Slide 15 - Tekstslide

Elije la forma adecuada

• Nicolás tengo / tiene veinte años
• La hermana de Isabel es / son española.
• Yo se llama / me llamo Carolina.
• Nosotros tienen / tenemos una casa grande.
• Vosotros os llamáis / se llaman Julio y Alberto
• Ellos son / sois profesores.
Kies de juiste vorm van het werkwoord.

Slide 16 - Tekstslide

Conjuga los verbos


• Yo (ser) ____________ de Argentina.
• Mis amigos Rubén y Raúl (tener) _____________ dos hermanas.
• Mi madre (llamarse) _______________ Pilar.
• Mi padre (tener) ______________ sesenta años.
• Nosotras (ser) ______________ estudiantes y (llamarse) ___________ Nuria y Helena.
Vervoeg de werkwoorden.

Slide 17 - Tekstslide

Completa estas frases con ser

• Canadá ____________ un país.
• Mi hermana ___________ joven.
• ¿Usted __________ española?
• Nosotros no ___________ estudiantes.
• Mi piso ____________ pequeño.
• Ellos ___________ electricistas.
• Juan y Sonia __________ de Málaga
Maak de zinnen compleet met het werkwoord 'ser'.

Slide 18 - Tekstslide

Completa el texto con el verbo correspondiente

¡Hola amigos! ____________ Estrella y escribo este correo para presentarme.
___________ 20 años. ____________ en Madrid, en un piso compartido con
una amiga que _______________ Clara. Yo ______________ profesora de
inglés y ella ______________ traductora. Clara ________________ español y árabe porque su padre
_______________ egipcio. ______________ buenas amigas. 

También ______________ un hermano que ________________ Carlos. 
Mi hermano ________________ dieciocho años y ______________ estudiante.
Maak de tekst compleet met het juiste werkwoord.

Slide 19 - Tekstslide

Los deberes


Maak de opdrachten op de volgende pagina's in je schrift. 
De opdrachten gaan over de onregelmatige werkwoorden ser, tener en llamarse.


Probeer al zo veel mogelijk uit je hoofd te doen, 
ter voorbereiding op de toetsweek!
Miércoles, 30 de junio, tercera hora

Slide 20 - Tekstslide