In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
wat is een betoog
Een betoog is een overtuigende tekst
Slide 1 - Tekstslide
kenmerk
In een betoog probeert de schrijver zijn lezers ervan te overtuigen dat hij gelijk heeft. Dit doet hij doormiddel van argumenten.
Slide 2 - Tekstslide
kenmerk
In het begin van een betoog wordt er vaak een stelling geformuleerd. In de rest van het betoog wordt deze stelling met argumenten en voorbeelden versterkt. Ook kan de schrijver gebruik maken van het verwerpen van tegen argument. Hier later meer over.
Slide 3 - Tekstslide
bouwplan
Voordat je begint met schrijven is het erg handig als je een schrijfplan maakt. Hierin geef je eerst aan wat je per alinea wilt bespreken.
Slide 4 - Tekstslide
schrijfplan
Alinea 1: Inleiding
Alinea 2: Stelling
Alinea 3: Argumenten voor
Alinea 4: Argumenten tegen
Alinea 5: Argumenten tegen verwerpen
Alinea 6: Conclusie
Slide 5 - Tekstslide
voorbeeld van een schrijfplan
Tekstsoort: betoog
Stelling: Legalisatie van drugs
Alinea 1: Inleiding
Actueel voorbeeld
Slide 6 - Tekstslide
vervolg voorbeeld
Alinea 2: Stelling
Ik ben tegen de legalisatie van drugs
Alinea 3: Argumenten voor
Door legalisatie wordt drugsgebruik gestimuleerd
Slide 7 - Tekstslide
vervolg voorbeeld
Alinea 4: Argumenten tegen
Door legalisatie hoeft het niet meer stiekem
Alinea 5: Argumenten tegen verwerpen
Het argument tegen valt in het niets in vergelijking tot de gevolgen van het argument voor
Slide 8 - Tekstslide
vervolg voorbeeld
Alinea 6: Conclusie
Ik ben tegen de legalisatie van drugs, omdat hierdoor het gebruik van drugs wordt gestimuleerd. In een betoog wordt vaak een afweging gemaakt tussen de argumenten voor en de argumenten tegen. Deze afweging kun je terug laten komen in de conclusie.
Slide 9 - Tekstslide
conclusie
Aan het eind van de tekst herhaal je expliciet de stelling met je belangrijkste argumenten en geef je een korte samenvatting. Hiermee eindig je het betoog.
Slide 10 - Tekstslide
Inleiding
In de inleiding is het vaak de bedoeling dat je lezers aantrekt door bijvoorbeeld een actueel voorbeeld te geven dat bij het onderwerp past.
Slide 11 - Tekstslide
Stelling
Denk goed over je stelling na. Formuleer de stelling zo dat je voldoende argumenten hebt als ondersteuning.
Slide 12 - Tekstslide
argumentatie
Er zijn veel manieren waarop je argumenten kunt geven. Hier zijn er een paar:
Meervoudige argumentatie: Dit is de eenvoudigste manier om je argumenten weer te geven. Hierbij noem je alle argumenten voor je stelling.
Slide 13 - Tekstslide
Tegenargumentatie
Hierbij worden argumenten tegen genoemd, maar ook verworpen. Zorg er wel voor dat je de argumenten op een fatsoenlijke kunt verwerpen, anders zal de lezer het niet geheel met je eens zijn.
Slide 14 - Tekstslide
Afwegingsargumentatie
Ook hierbij noem je de voor en nadelen, maar benadruk je dat de argumenten voor veel en veel belangrijker zijn dat de argumenten tegen.
Slide 15 - Tekstslide
conclusie
De conclusie is een belangrijk deel van je betoog. Hierin worden de belangrijkste argumenten nog een keer op een rijtje gezet en geef je nog eens duidelijk aan wat je mening is over het onderwerp.
Slide 16 - Tekstslide
let op
Concentreer je het hele betoog op het feit dat je de lezer wilt overtuigen. Dit is je hoofddoel bij een betoog, dus probeer hier zo weinig mogelijk vanaf te wijken.