NB 3-7 feb

Naastbetrokkenen

3-7 februari 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Naastbetrokkenen

3-7 februari 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
Aan het eind van deze les weet je wat we de komende periode gaan doen
Aan het einde van de les weet je wat een sociaal netwerk is

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Uitleg vak
  • Theorie
  • Zelfstandig werken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg vak
Vak duurt 20 weken, 2 lesuren per week en wordt afgetoets met een Digitale kennistoets. Deze moet je met minimaal een 5.5 behalen voor een voldoende. 
Planning: zie Teams
In het tweede halfjaar van Leerjaar 2 bpv oefenopdracht :
AMGGZ: P4-K1-W4
PBSD: P6-k1-W4

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Een goed sociaal netwerk geeft de cliënt de mogelijkheid om met zo min mogelijk begeleiding adequaat te functioneren in het dagelijks leven en om mee te blijven doen in de participatiemaatschappij. Het ontbreken van een sociaal netwerk heeft vaak eenzaamheid en sociaal isolement tot gevolg en vermindert de zelfstandigheid.

Slide 6 - Tekstslide

Affectieve behoeften: Je wilt geliefd voelen
Materiele behoeften: Mensen willen kunnen ervaren dat
ze anderen kunnen ‘gebruiken’ voor raad, informatie, geld, kortom: dat ze
een beroep kunnen doen op anderen.
Behoefte aan aansluiting:
Ieder mens wil kunnen ervaren dat hij
deel uitmaakt van een groter geheel, dat hij niet alleen is op deze aardbol.
En vooral, dat dat groter geheel bestaat uit mensen die ongeveer dezelfde
interesses en waarden hebben als hijzelf.
Behoefte aan sociale zekerheid: De mens wil bepaalde zekerheden
vastleggen in afspraken, vaste codes, overeenkomsten en contracten. Op
die manier wordt de (sociale) situatie overzichtelijk en stabiel

Slide 7 - Tekstslide

Alleen is een cliënt zich vaak niet bewust van het feit dat hij een sociaal netwerk heeft. Of hij weet hij niet hoe hij dit netwerk effectief kan inzetten.

Slide 8 - Tekstslide

Mensen met een vluchtelingenstatus zonder directe familie in Nederland hebben vaak geen netwerk omdat ze hier niemand kennen. Het opbouwen van een netwerk is moeilijk als je de Nederlandse taal niet machtig bent.
Cliënten met een zeer laag IQ hebben niet altijd de sociale vaardigheden om te functioneren in een netwerk en cliënten met een netwerk dat al zeer lang te zwaar belast is, kunnen niet nog meer vragen van hun naasten.
Cliënten met wisselende emoties en agressief gedrag zijn vaak niet in staat tot het opbouwen van een sociaal netwerk.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Maak Persoonlijk Begeleider Specifieke doelgroepen: Thema 2.6 Werken in een netwerk:
Opdracht 1-6

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies