Deel 2 Cursus 7 Spelling §1 hoofdletters

lezen
timer
10:00
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Nu de Quiz
wat weet je nog van hoofdletters?

Slide 3 - Tekstslide

Geef aan of de bewering 'waar' of 'niet waar' is.

De namen van de maanden schrijf je met een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Geef aan of de bewering 'waar' of 'niet waar' is.

Een naam van een provincie schrijf je met een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Neem de woorden over die je met een hoofdletter moet schrijven. Noteer ze met een hoofdletter!

antoniusschool - banaan - chinees - coltrui - fanta - friesland - jaarmarkt - ketelmeer kraai - lynette - maatschappijleer - november - radar

Slide 6 - Open vraag

Neem de woorden over die je met een hoofdletter moet schrijven.

Ik ga op maandag een eindje hardlopen met ernst.

Slide 7 - Open vraag

Neem de woorden over die je met een hoofdletter moet schrijven.

De hoofdstad van Gelderland is arnhem.

Slide 8 - Open vraag

Neem de woorden over die je met een hoofdletter moet schrijven.

vanwege de ijzel kregen alle leerlingen in het noorden vrij.

Slide 9 - Open vraag

Neem de woorden over die je met een hoofdletter moet schrijven.

In de zomer worden alle spaanse stranden elke avond schoongemaakt.

Slide 10 - Open vraag

In welke zinnen staat een hoofdletterfout?
A
Het pretpark de efteling is geopend op 11 mei 1951.
B
In verband met een grote brand werd de training van maandag op het sprotpark Esserberg gecanceld.
C
Het Zuidelijkste punt van Nederland ligt in Limburg.
D
Wie van jullie koopt een cadeautje voor meneer De Boer?

Slide 11 - Quizvraag

Neem de zin over en gebruik hoofdletters waar dat moet.

mijn zus heeft veertig dollar uitgegeven aan sneakers van adidas.

Slide 12 - Open vraag

Neem de zin over en gebruik hoofdletters waar dat moet.

elke vrijdagochtend begin ik met een les spaans.

Slide 13 - Open vraag

Neem de zin over en gebruik hoofdletters waar dat moet.

bij de jumbo koopt nadine na elke les een twix en een flesje water.

Slide 14 - Open vraag

Neem de zin over en gebruik hoofdletters waar dat moet.

in de amerikaanse staat maine is het bij wet verboden om na 15 januari nog kerstversiering te hebben.

Slide 15 - Open vraag


Noteer 2 zinnen waarin het woord visser voorkomt. In de eerste zin schrijf je dat woord met een hoofdletter en in de tweede niet.

Slide 16 - Open vraag

Welke namen zijn juist geschreven?
A
meneer K. de boer
B
meneer De Boer
C
Karel de Boer
D
Karel De Boer

Slide 17 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
December
B
december

Slide 18 - Quizvraag

Hoofdletters gebruik je...
A
Echt nooit!!
B
Bij elk nieuw woord.
C
Als een zin begint.
D
Bij de eerste letter van een zin en namen.

Slide 19 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
Pasen
B
pasen

Slide 20 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
maandag
B
Maandag

Slide 21 - Quizvraag

Wanneer komt er geen hoofdletter?
A
Aan het begin van een zin.
B
Maanden
C
Namen
D
Steden

Slide 22 - Quizvraag

Een hoofdletter of niet?
A
's middags kregen we bezoek.
B
'S middags kregen we bezoek.
C
's Middags kregen we bezoek.

Slide 23 - Quizvraag

 Zelfstandig werken
Ga naar Nieuw Nederlands, Cursus 7 - spelling 
paragraaf 1 t/m paragraaf 5: alle opdrachten afmaken

Huiswerk do 12 jan. paragraaf 7 mixopdrachten
 
Klaar? ga lekker lezen/
of een ander vak
timer
20:00

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk voor do 12 jan.

Cursus 7 spelling
paragraaf 7 mixopdrachten.








timer
20:00

Slide 25 - Tekstslide

en de winnaar is ?

Slide 26 - Tekstslide