Les 14 februari (Uitleg § 3.1)
1 / 45
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
De openingsfoto zou .......gemaakt kunnen zijn in Nederland.
A
wel
B
niet
Slide 5 - Quizvraag
Boven op een berg heerst een......
A
warm klimaat
B
koud klimaat
Slide 6 - Quizvraag
De openingsfoto van H.3.....
A
is normaal
B
is bijzonder
Slide 7 - Quizvraag
In de toekomst zal extreem weer
A
steeds minder vaak voorkomen
B
evenveel als tegenwoordig voorkomen
C
vaker dan tegenwoordig voorkomen
Slide 8 - Quizvraag
De piekafvoeren van NL rivieren kunnen door extreem weer......
A
hoger worden
B
lager worden
Slide 9 - Quizvraag
De winters in Nederland worden volgens onderzoekers steeds.....
A
kouder
B
zachter
Slide 10 - Quizvraag
In Nederland hebben we een......
A
gematigd zeeklimaat
B
landklimaat
C
tropisch klimaat
D
poolklimaat
Slide 11 - Quizvraag
Klimaten......
A
blijven hetzelfde
B
kunnen veranderen
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Welk begrip past ook alweer het beste bij een wat groter gebied?
A
weer
B
klimaat
Slide 14 - Quizvraag
Welk begrip kan in korte tijd veranderen?
A
weer
B
klimaat
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Wanneer ligt een gebied op lage breedte?
A
Als dit gebied dichtbij de evenaar ligt
B
Als dit gebied ver bij de evenaar vandaan ligt.
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Hoeveel klimaten kwamen we tegen op lage breedte?
A
één
B
twee
C
drie
D
vier
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
We zijn de klimaten zojuist tegengekomen van.....
A
nat naar droog
B
droog naar nat
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
We zijn zojuist ook steeds verder van de evenaar vandaan gereisd. We gingen dus naar steeds....
A
lagere breedte
B
hogere breedte
Slide 31 - Quizvraag
Op de hoogste breedte op aarde vinden we vooral....
A
warme klimaten
B
koudere klimaten
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Je hebt dus klimaten op hoge breedte en klimaten op lage breedte. Maar waar liggen dan de klimaten op gematigde breedte?
Slide 37 - Open vraag
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Dus: welk klimaat op gematigde breedte had nu koelere zomers en zachtere winters?
A
gematigde zeeklimaat
B
landklimaat
Slide 43 - Quizvraag
Dus: welk klimaat had nu veel invloed van de zeewind?
A
gematigde zeeklimaat
B
landklimaat
