Oefenen woorden DISK thema Eten blz. 4 en 5

DISK thema Eten
oefenen met de woorden van bladzijde 4 en 5
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2BasisschoolGroep 8

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

DISK thema Eten
oefenen met de woorden van bladzijde 4 en 5

Slide 1 - Tekstslide


Deze maaltijd eet je in de ochtend.

A
het ontbijt
B
de ontbijt
C
het onbijt
D
de onbijt

Slide 2 - Quizvraag


Wat is het meervoud van 'mes'?

Slide 3 - Open vraag


Welk woord is goed?
A
noodig
B
noodeg
C
nodig
D
nodeg

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord past in deze zin?

Ork, ork, ork, soep eet je met een ...

Slide 5 - Open vraag


Niet goed, maar ......

Slide 6 - Open vraag


Zeggen hoe iets moet =

Slide 7 - Open vraag


Ik loop naar school .... mijn vriend.

Slide 8 - Open vraag


Geen koffie, maar ....
(Tip: het is ook warm)

Slide 9 - Open vraag


3 keer 21 is .... 63

Slide 10 - Open vraag


Welk woord is goed?
A
de sinasappel
B
de sinaasappel
C
de sinasapel
D
de sinaasapel

Slide 11 - Quizvraag


Welk woord is goed?
A
de snek
B
de snak
C
de snack
D
de sneck

Slide 12 - Quizvraag


Niet langzaam, maar ...

Slide 13 - Open vraag


Je kan dit beter drinken dan sportdrankjes.
Het is beter voor jou en het is (bijna) gratis:

Slide 14 - Open vraag


Welke zin is goed?
A
Emma sport elke dag. Dat is gezond!
B
Emma sporten elke dag. Dat is gezond!
C
Emma sportt elke dag. Dat is gezond!
D
Emma spoort elke dag. Dat is gezond!

Slide 15 - Quizvraag


Hoeveel ..... fruit kun jij noemen?
Wel 20: appels, peren, bananen, en nog veel meer.

Slide 16 - Open vraag


Welke zin is goed?
A
Het snoep is gezond.
B
Het snoep is goed voor je tanden.
C
Het snoep kost 20 euro.
D
In het snoep zit veel suiker.

Slide 17 - Quizvraag


Niet een man, maar een ....

Slide 18 - Open vraag


Je bent .... te laat. Je bent op tijd. Goed zo!

Slide 19 - Open vraag


Wat eet je van een dier?
A
het haar
B
de tanden
C
de oren
D
het vlees

Slide 20 - Quizvraag