Fragen (Teil 4) wechselt die Rollen
In was für einem Haus wohnst du?
Beschreibe die Einrichtung von deinem Zimmer.
(noem de kleuren van de muren en de plaatsen van minimaal drie meubelstukken ten opzichte van elkaar)
In was für einem Viertel wohnst du?
(hoe heet de wijk, wat is er te doen, is het rustig of juist niet, zijn er winkels, restaurants, hoe is het openbaar vervoer)