H1: Ik kan uitleggen waarom Griekenland bestond uit verschillende stadstaten.
S1: Je kunt uitleggen wat democratie is en hoe dit er in Athene uitzag.
S2: Je kunt voorbeelden van de Griekse en Romeinse bouwkunst noemen.
S3: Je kunt het verschil tussen filosofie en wetenschap beschrijven.
S4: Ik kan uitleggen hoe de Olympische Spelen ontstaan zijn.