In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
8.4 Reactie en remmen
Slide 2 - Tekstslide
Oefenen voor SO
Slide 3 - Tekstslide
Trampoline springen is:
A
Veerkracht
B
Wrijvingskracht
C
Zwaartekracht
D
Spierkracht
Slide 4 - Quizvraag
Je zet de kruk op de tafel:
A
Veerkracht
B
Wrijvinskracht
C
Zwaartekracht
D
Spierkracht
Slide 5 - Quizvraag
Je stopt haalt je voet van het gas, maar remt niet. Toch vertraagd de auto, dit komt door de:
A
Veerkracht
B
Wrijvingskracht
C
Zwaartekracht
D
Spierkracht
Slide 6 - Quizvraag
De kruk die je net op tafel hebt gezet valt weer naar beneden... Dit is:
A
Veerkracht
B
Wrijvingskracht
C
Zwaarterkracht
D
Spierkracht
Slide 7 - Quizvraag
De eenheid van kracht is
A
meter
B
F
C
Newton
D
power
Slide 8 - Quizvraag
Een pak suiker is 1 kg. Hoe groot is de zwaartekracht die op het pak suiker werkt?
A
0,1 N
B
1 N
C
10 N
D
100 N
Slide 9 - Quizvraag
Wie wint?
A
Links
B
Rechts
Slide 10 - Quizvraag
Als de bovenste pijl 80N is, hoeveel is de onderste dan?
A
100 N
B
80 N
C
40 N
D
20 N
Slide 11 - Quizvraag
A
Geen idee, de schaal staat er niet bij?
B
Oh daar kom ik wel uit hoor.
Slide 12 - Quizvraag
Stopafstand?
Dat is de reactieafstand + remweg = Stopafstand
Slide 13 - Tekstslide
Hoe noem je de afstand die de persoon uit de vorige vraag aflegt in de 1,4 seconden die hij nodig heeft om op de rem te trappen?
A
Remweg
B
Reactieafstand
C
Stopafstand
Slide 14 - Quizvraag
De stopafstand is
A
Reactieafstand + remweg
B
Reactieafstand + reactietijd
C
Hoe lang het duurt voor je stopt
D
De afstand tot het stopbord
Slide 15 - Quizvraag
De reactieafstand is 25,8 m en de remweg is 36,8 m. Hoe groot is de stopafstand?
A
11 meter
B
25,8 meter
C
36,8 meter
D
62,6 meter
Slide 16 - Quizvraag
Een fietser rijdt met een snelheid van 18 km/h. Hij wil remmen voor een zebrapad. Zijn reactietijd is 0,8 s. Hoe groot is zijn reactieafstand?
A
4 m
B
22,5m
C
14,4m
D
het goede antwoord staat er niet tussen
Slide 17 - Quizvraag
een vrachtwagen rijdt in de regen met 22,2m/s. hoe groot is zijn remweg?
A
24,5m
B
48m
C
50m
D
het goede antwoord staat er niet tussen
Slide 18 - Quizvraag
Een fietser fietst op een fietspad en ziet een bal de weg op rollen. Terwijl hij grijpt naar zijn rem legt hij 2 meter af en daarna komt hij na het remmen op een totale afstand van 9 meter tot stilstand. Wat was zijn remweg?