Lesson 1 Intro to crash course English + basics

Welcome to English
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome to English

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's lesson
- Starter
   Two truths and one lie
- Main course
   Exam explanation + intake
   Basics of English
- Dessert
   Word game 
Nynke Cnossen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I have three children: three girls.

I am a big fan of Dutch music.

I have worked here for ten years.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I have three children: three girls.

I am a big fan of Dutch music.

I have worked here for ten years.
= FALSE
= TRUE
= TRUE

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's 
share!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

speaking
listening
reading
writing

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreken/gesprekken voeren en schrijven
Lezen en luisteren
A2
B1

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niveau 4 mbo

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Date:  October 15 and October 22

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Date:
December 10

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Intake
In Teams assignments
Finish intake test (40 minutes)


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Learning goal 2
You will know the difference in the use of 'a' and 'an'. 




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoord a/an
a gebruik je voor woorden die IN UITSPRAAK beginnen met een medeklinker (b, c, d, f, g, et.c):

a pet               a teacher           a bycicle
a car                  a door               a room
 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoord a/an
an gebruik je voor woorden die IN UITSPRAAK beginnen met een klinker (a, e, i, o , u):

an ear            an investigation         an officer
an apple            an Englishman          an answer
 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
Wat geldt is DE UITSPRAAK!

Soms schrijf je een -h maar hoor je hem niet -> dan gebruik je an.

Soms schrijf je een -u, maar hoor je een -j of - h -> dan gebruik je a.

Voorbeelden hiervan op de volgende slide.
 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
an hour  (je hoort our)
an honor (je hoort onour)
a university (je hoort juniversity)
a uniform (je hoort juniform)
a European (je hoort jeuropean)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a of an?
..... dog
A
a
B
an

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

a of an?
..... banana
A
a
B
an

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

a of an?
.... artwork
A
a
B
an

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

a of an?
..... house
A
a
B
an

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

a of an?
.... apple
A
a
B
an

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

a of an?
.... uniform
A
a
B
an

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

a of an?
.... FM-radio channel
A
a
B
an

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

A of AN?
.... president
A
a
B
an

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

A
AN
table
house
egg
chicken
island
phone
orange

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Learning goal 3
You will be able to understand and identify English regular and irregular verbs.


Slide 32 - Tekstslide

Introduce the learning objective and emphasize the importance of understanding regular and irregular verbs in English.
Verbs=werkwoorden

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What do you already know about English regular and irregular verbs?

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

= an irregular verb

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

She played the piano.
What is the verb? Regular/irregular?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

He went to the store.
What is the verb? Regular/irregular?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Regular verb
To play
I                        play
you                 play
he/she/it      plays (shit-rule)
we                   play 
you                 play
they                play

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regular verb
To play
I                    played
you              played
he/she/it   played
we                played 
you              played
they             played

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Need more practice?
Go to: https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/nouns_articles/a_the.htm

https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises_list/zeitformen.htm 
Simple tenses and simple past

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Irregular verbs
This is a list of common irregular verbs.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regular verb
Irregular verb

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Think of verbs
Write down as many as you can!

Put them in the right column.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies