Economie & Handelen: Sorteren les 2

Sorteren les 2
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & HandelPraktijkonderwijsLeerjaar 3,4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Sorteren les 2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt vier punten noemen waarop machines en mensen       zaken kunnen sorteren
  • Je leert sorteren op kleur, vorm, gewicht en maat
  • Je kunt twee verschillen noemen tussen mens en machine

Slide 2 - Tekstslide

Wat is sorteren? Sorteren waarop?

Machines kunnen sorteren op:
  • kleur
  • vorm
  • afmeting
  • gewicht
sorteren
producten bij elkaar zoeken die op elkaar lijken

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Verschil tussen mens en machine



  • machine = sneller, maakt minder fouten
  • altijd mensen nodig voor bediening en controle

Slide 5 - Tekstslide

GROEN AFVAL
PAPIER en KARTON
RESTAFVAL
PMD

Slide 6 - Sleepvraag

PAPIER en KARTON
PMD
RESTAFVAL
GROEN AFVAL

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Video

Wat wordt er in de fabriek gedaan met het PMD?
A
Al het PMD wordt meteen omgesmolten.
B
Al het PMD wordt meteen versnipperd.
C
Al het PMD wordt eerst schoongemaakt.
D
Het PMD wordt eerst gesorteerd.

Slide 9 - Quizvraag

Waarom sorteren ze het afval zo goed?
A
Dan kan alles hergebruikt worden.
B
Dat is goedkoper.

Slide 10 - Quizvraag

Waarom is het goed om afval te scheiden?

Slide 11 - Open vraag

Maar ook de was moet gesorteerd worden. 
Heel veel was, we gaan sorteren.

Slide 12 - Tekstslide

De was sorteren


Voordat je het wasgoed kunt wassen moet je het sorteren en de was voorbereiden. Dit voer je uit in een aantal stappen.

Stap 1: de was sorteren. De was kan op de volgende kleuren gesorteerd worden.
• Witte was: Alle was wat wit van kleur is.
• Donkere was : zwarte/grijze en donkere  was/kledingstukken
• Gekleurde was (bonte was): Alle gekleurde kledingstukken.
• Fijne was: Kleding gemaakt van fijne vezels  (overhemden, blouses, linnen, lingerie en wollen kledingstukken)

Het is belangrijk dat je hier goed bij oplet, als er per ongelijk een gekleurd T-shirt bij de witte was terecht komt dan kan het zijn dat de witte was gekleurd uit de wasmachine komt. 

.



Slide 13 - Tekstslide

bonte was
fijne was 
witte was 
donkere was

Slide 14 - Sleepvraag

Het sorteren van de was.
stap 2 : Let op een aantal punten tijdens het sorteren

• De vuilgraad: Hoe vies is het kledingstuk? Als een kleding stuk een hoge vuilgraad heeft, moet je het niet samen met de andere kledingstukken wassen, omdat het vuil dan overgaat naar de andere kledingstukken. Behandel deze kledingstukken eerst voor.

• Materiaal: Van wat voor materiaal is het kledingstuk gemaakt?

• Aangegeven temperatuur: Wat is de aangegeven temperatuur? Als je het kledingstuk warmer wast dan de aangegeven temperatuur  op het etiket, dan kan het zijn dat de kledingstukken krimpen.

Slide 15 - Tekstslide

zijde
wol
katoen
vlasplant

Slide 16 - Sleepvraag

Waar hoort het rode shirt?
A
Bij de witte was.
B
Bij de donker/bonte was.
C
Bij de lichte/bonte was.
D
Bij de rode was.

Slide 17 - Quizvraag

Waar hoort het licht roze T-shirt?
A
Bij de witte was.
B
Bij de donkere/bontewas.
C
Bij de lichte/bontewas.
D
Bij de rode was

Slide 18 - Quizvraag

Alle witte kledingstukken kunnen bij elkaar in de wasmachine.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Sleepvraag

Hoe kun je was sorteren?
A
Op kleur
B
Per kledingstuk, bijv. sok bij sok, broek bij broek.
C
Niet, alle kleuren kunnen bij elkaar
D
Groot bij groot en klein bij klein

Slide 21 - Quizvraag

Als de was klaar is sorteer je het op:
A
Gekreukt en niet gekreukt
B
Strijkwas en vouwwas
C
Kleur bij kleur

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Sleepvraag

In welke wasmand doe ik deze?
A
B
C
D

Slide 24 - Quizvraag

Welk wasmiddel is voor de gekleurde was?
A
B
C
D

Slide 25 - Quizvraag

In welke wasmand moet deze?
A
B
C
D

Slide 26 - Quizvraag

Welke was mag hier bij elkaar?
A
was die op 60 graden gewassen wordt
B
was die op 30 graden gewassen wordt
C
was die op 40 graden gewassen wordt
D
was die op de hand gewassen moet worden

Slide 27 - Quizvraag

Op welke manieren
kunnen
we was sorteren?

Slide 28 - Woordweb

 Wat zit er in mijn brievenbus?

Slide 29 - Tekstslide

Maar ook de post wordt gesorteerd

Slide 30 - Tekstslide

Allemaal post!

Slide 31 - Tekstslide

Allemaal kranten ...

Slide 32 - Tekstslide

2 Soorten kranten

Slide 33 - Tekstslide

Verschillende soorten tijdschriften voor jong en oud

Slide 34 - Tekstslide

Verschillende soorten wenskaarten

Slide 35 - Tekstslide

Brieven van
bedrijven en brieven van personen

Slide 36 - Tekstslide

 Allemaal reclamefolders
bron: www. sustainablejunkies.nl

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag: post sorteren

Slide 38 - Tekstslide

Lesmateriaal sorteren
In unit 3 werken ze met de taal -en rekentoppers. Zij hebben ons gevraagd om te helpen. Jullie krijgen bakken met kaarten. Het is jullie taak om de kaarten in de goede volgorde te zetten. De nummers staan rechtsboven in de hoek.

Slide 39 - Tekstslide

Lesmateriaal sorteren

Slide 40 - Tekstslide

Nog meer sorteeropdrachten:
- Potloden bak
- Stiften la
- tijdschriften mand
- Stalen boekenkast
-Boekenkasten 
- Schroeven
- Kralen



Slide 41 - Tekstslide

Wat kunnen we nog sorteren?

Slide 42 - Woordweb

Wat sorteer jij thuis?

Slide 43 - Woordweb

Welke tip geef jij de school als het gaat om sorteren van afval?

Slide 44 - Open vraag

Slide 45 - Tekstslide