VIVO Hoofstuk 1 Waarom biologie

Waarom biologie?
1.2 Levende wezens
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Waarom biologie?
1.2 Levende wezens

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf kun je
1. de zeven levenskenmerken benoemen 
2. Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.
3.uitleggen wat biotische en abiotische factoren zijn

Slide 2 - Tekstslide

Organisme



Organismen : levend wezen
Grieks: Organismos -> iets wat levenskenmerken vertoont

Slide 3 - Tekstslide

Levenskenmerken:
- Groeien
-Voeden
-gaswisseling
-voortplanten
-Waarnemen (omgeving zien/voelen etc.)
-reageren
-afvalstoffen afgeven

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat voor levenskenmerken vertoont een vos?
Alle levenskenmerken: De vos scheidt uit, voedt zich, beweegt, ademt, groeit, plant zich voort en neemt waar.

Slide 6 - Open vraag

Levend, dood en levenloos
Levend - vertoont alle levenskenmerken

Dood- vertoont geen levenskenmerken meer

Levenloos - Heeft nooit, en gaat nooit levenskenmerken vertonen

Slide 7 - Tekstslide

Leven, dood en levenloos

Slide 8 - Tekstslide

Biotisch en Abiotisch
Natuur bestaat uit biotisch + abiotisch
  • Biotisch = levend of heeft ooit geleefd
  • abiotisch= levenloos

Leefomgeving wordt bepaald door omgevingsfactoren

Omgevingsfactoren kunnen biotisch of abiotisch zijn

Slide 9 - Tekstslide

Levend, dood of levenloos?
Dingen in uit huis benoemen
(werk in je schrift)

LEVEND:.........(3dingen)
DOOD:.............(3dingen)
LEVENLOOS:....(3dingen)

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Lees blz. 16- 20
Maken opdracht 1 t/m 7 blz 16-22



Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf kun je
1. de zeven levenskenmerken benoemen 
2. Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.
3.uitleggen wat biotische en abiotische factoren zijn

Slide 12 - Tekstslide

Waarom biologie?
1.3 Verschillende organismen
  • herhaling
  • uitleg
  • opdrachten nakijken
  • opdrachten maken

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf kun je
1. uitleggen in welke vier hoofdgroepen organismen ingedeeld worden
2. van een organisme vertellen of dit een plant, dier, bacterie of schimmel is
3.uitleggen dat er goede en slechte bacteriën en schimmels zijn en van beide voorbeelden geven

Slide 14 - Tekstslide


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 15 - Quizvraag


Levend, dood of levenloos?
A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 16 - Quizvraag


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 17 - Quizvraag

De vier groepen organismen

Slide 18 - Tekstslide

Bacteriën
  • ééncellig
  • staafjes, bolletjes, spiraaltjes
  • vocht en zuurstof nodig om te kunnen groeien


Slide 19 - Tekstslide

Virussen
  • zijn geen bacteriën!
  • bestaan niet uit cellen > dus geen levende organismen!
  • Kunnen alleen in cellen van organismen overleven 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Zelfstandig werken
Lees blz. 25 - 30
Maken opdracht 1 t/m 7 blz 25-32



Slide 23 - Tekstslide

Waarom biologie?
1.3 Verschillende organismen
  • opdrachten maken
  • opdrachten nakijken
  • soortenquiz

Slide 24 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Lees blz. 25 - 30
Maken opdracht 1 t/m 7 blz 25-32



Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video