NK 3.4 + UL 3.5

Planning
  • Nakijken in je werkboek van 3.4
  • Leerdoelen 3.5
  • Uitleg 3.5
  • Huiswerk opgeven
  • Aan het werk met je HW-opdrachten
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Planning
  • Nakijken in je werkboek van 3.4
  • Leerdoelen 3.5
  • Uitleg 3.5
  • Huiswerk opgeven
  • Aan het werk met je HW-opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

open je werkboek 3a op blz. 188
daar nakijken;
 opdracht 3 in je werkboek

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

online nakijken van 3.4
opdracht 1 + 2 + 4 + 5

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 3.5
  1. Ik kan beschrijven hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.
  2. Ik kan omschrijven wat een mutatie is en ik kan omschrijven hoe kanker ontstaat. 

Slide 5 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 6 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting bij planten
Planten kunnen zich geslachtelijk en ongeslachtelijk voortplanten.
Als je iets leest als:
bollen
knollen
uitloper
wortelstok    ..... dan is het ongeslachtelijke voortplanting

Slide 7 - Tekstslide

Gewone celdeling (mitose)
De dochtercellen hebben hetzelfde genotype als de moedercel.



DUS;
bij ongeslachtelijke voortplanting is het genotype van de nakomeling(en) gelijk aan dat van de ouder(s). 

Slide 8 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
Als je iets leest van:
bloem
zaad
vrucht
stuifmeelkorrel/eicel 
 dan is het geslachtelijke voortplanting

Slide 9 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting

Bij geslachtelijke voortplanting zijn altijd 2 geslachtscellen betrokken.  

Slide 10 - Tekstslide

Door reductie ontstaan 
geslachtscellen met veel 
verschillende genotypen. 
Geslachtelijke voortplanting

Slide 11 - Tekstslide

reductiedeling (meiose)
Welke geslachtscellen bij bevruchting versmelten, is afhankelijk van het toeval.
Hierdoor ontstaan telkens nieuwe genotypen.

Bij geslachtelijke voortplanting verschilt het genotype van de nakomeling(en) van dat van de ouder(s).

Slide 12 - Tekstslide

Mutaties

Slide 13 - Tekstslide

Mutatie: een gen verandert
Niet alle mutaties zijn slecht. Mutatie zorgt voor aanpassingen in het lichaam. Blauwe ogen is een voorbeeld van een mutatie.

Nog een voorbeeld van mutatie: 

Slide 14 - Tekstslide

Mutatie
- genotype kan ook veranderen door mutatie.
 
- mutatie = Plotselinge verandering van het DNA.

- Vindt de mutatie in een lichaamscel plaats, dan veranderd het genotype in andere lichaamscellen niet. 

Bij mutatie in geslachtscellen wordt de mutatie doorgegeven aan de nakomelingen. 

Slide 15 - Tekstslide

Mutatie in lichaamscel
Mutatie in geslachtscel

Slide 16 - Tekstslide

Kanker
Mutatie in celdeling -> cel gaat te vaak delen -> kankergezwel

Slide 17 - Tekstslide

Verschil goedaardige en kwaadaardige tumor 

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende les = 
1 = maak online van thema 3, van basisstof 3.5 - opdracht 1 +2+3 + 5 t/m 9
2 = maak online van thema 5, van basisstof 5.5 - opdracht 1 t/m 6

Slide 19 - Tekstslide