wk 35 Tijd van ontdekkers en hervormers 1500-1600

Tijd van ontdekkers en hervormers 
1500-1600
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tijd van ontdekkers en hervormers 
1500-1600

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
Planning     wk 35 wk 36 en wk 37
Terugblik    Tijdvakken
Instructie   Tijd van Ontdekkers en Hervormers
Verwerken  Opdrachten
Evalueren   Nakijken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Wk. 35: Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
Wk. 36: Tijd van regenten en vorsten (1600 - 1700)
Wk. 37: Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik: Tijdvakken

Slide 4 - Tekstslide

Kort herhalen.
Vervolgens kahoot met 20 vragen.

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Instructie:
Tijd van ontdekkers en hervormers:

Slide 6 - Tekstslide

Zoals jullie weten heeft elk tijdvak een eigen icoon/plaatje. Dit is het plaatje dat hoort bij ontdekkers en hervormers.

Wat zien we hier?

Santa Maria = schip van Columbus 1492.
Vitruviusman = tekening van Leonardo da Vinci omstreeks 1490.
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)

Slide 7 - Woordweb

''Wat weet je al van de tijd van ontdekkers en hervormers?''
''Wat is een ontdekker?''
''Wat is een hervormer?''

''Kun je iemand bedenken die voor dit tijdvak heel belangrijk was?'' (Antwoord: BV Columbus 1492 of Luther stellingen Rijksdag Worms 1521)
Karel V

Slide 8 - Tekstslide

Karel V was de koning van Spanje. Spanje had omstreeks 1555 een heel groot gebied in Europa, niet alleen door oorlog maar ook vooral door huwelijkspolitiek (=erfgenamen uithuwelijken met erfgenamen van andere gebieden.)
Waarom had Karel V, en veel van zijn familieleden, zo'n rare kin?
A
Erg werd vaak getrouwd met familieleden.
B
Hij was op zijn kin gevallen toen hij jong was.
C
Door een ruzie brak hij zijn kaak.
D
Zijn kin bleef steken bij de bevalling.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Lees de titel en de eerste niet dikgedrukte alinea voor.

Sint Pieter Basiliek in Rome

Slide 11 - Tekstslide

Mooie kerk he! Vast heel duur geweest!
Hoe kwamen ze vroeger al dat geld bij elkaar denk je? <meteen door naar volgende dia>
Hoe heeft de Katholieke kerk geld verzameld om deze kerk te bouwen?
A
Alle priesters namen een krantenwijk.
B
Er werden kaartjes verkocht om naar de hemel te gaan.
C
De kerk nam al het geld in van de banken.
D
God heeft deze kerk gemaakt.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Link

Als toelichting op de vorige vraag kijk je samen met de klas dit filmpje heemaal.
Aflaat
Document waarin de zonden van een gelovige werden afgekocht zodat deze in de hemel kon komen. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prostestanten
Protestanten zoals Luther en Calvijn
waren het niet eens met de
Katholieken:
-Tegen heiligenverering
-Zelf de bijbel lezen in eigen taal
-Geen luxe


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zit de paus op een varken met een drol in zijn hand?
A
Sinds 1445 verplaatst de paus zich d.m.v. het rijden op een varken
B
De pauselijke drol is een belangrijk symbool.
C
De paus deed dit op feestjes, wat een gekke man!
D
Protestanten wilde de paus belachelijk maken.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Karel V
Hij liet protestanten in Nederland en Spanje levend verbranden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerken: opdrachten.
Maak de opdrachten op je blaadje. 

Je maakt in totaal 12 opdrachten, dit komt ongeveer overeen met een normale paragraaf.

Deze opdrachten komen uit 5.1, 5.2, 6.1 en 6.1 

Hiermee leer je nog veel meer over de tijd van Ontdekkers en Hervormers. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren/bespreken
Wanneer je klaar bent kom je een nakijkboekje halen.

Ten slotte:
''Wat was je favoriete onderwerp?''
''Waar was je het meest verbaasd over?''
''Waar begreep je helemaal niks van?''

Slide 19 - Tekstslide

Mondeling bespreken