B03 verslag schrijven 3.4 Talent

Dinsdag 7 februari
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 7 februari

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer je?
  • Wat de regels zijn voor de les Nederlands
  • Wat de regels zijn voor het schrijven van een goed verslag.
  • Hoe je je kunt je focussen op de les

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de regels?
  • Je komt binnen zonder je jas. Je jas hangt aan de kapstok of hij is in je kluisje.
  • Je doet je telefoon in de tas aan de muur.
  • Je gaat zitten en pakt alles voor de les: je leesboek, Talent, je schrift en je pen, zodat we meteen kunnen beginnen.
  • Je begint te lezen in je leesboek.
  • Je luistert goed naar wat we gaan doen.
  • Je doet het!

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Een verslag schrijven 

Slide 5 - Tekstslide

verslag schrijven
  1. Pak je schrift en pen
  2. Denk na over een dag uit het afgelopen weekend
  3. Schrijf op wat je hebt gedaan, in chronologische volgorde 
NIKS bestaat niet!!!

Slide 6 - Tekstslide

Je verslag schrijven
Jouw lijstje is nu een beetje saai, 
Hoe maak je het verslag interessanter, zodat anderen nieuwsgierig worden gemaakt en het heel graag willen lezen?
(Je mag geen dingen verzinnen, je mag wel overdrijven.)

Slide 7 - Tekstslide

Volgorde (tekstopbouw)
  • Maak de lezer nieuwsgierig door de inleiding pakkend te maken
  • In de kern (middenstuk) schrijf je het verslag. 
  • In het slot sluit je jouw verslag af (geen nieuwe informatie) met een samenvatting of een mening.
  • En gebruik dus verwijswoorden en signaalwoorden. Denk aan alinea's.


Slide 8 - Tekstslide

Hoe breng je variatie aan in je tekst
Gebruik niet teveel dezelfde woorden en gebruik synoniemen!

Maak wat je al hebt aan tekst uitgebreider en verdeel je tekst in aparte onderwerpjes.

Slide 9 - Tekstslide

titel en inleiding

  1. Maak de titel pakkend/knallend
  2. Begin met een binnenkomer (iets opvallends)- vertel een anekdote (verhaaltje)
  3. Geef informatie over het onderwerp: stel een vraag die je in de tekst gaat beantwoorden

Slide 10 - Tekstslide

kern
Gebruik de 5 w+H-vragen:
Wie
Wat 
Waarom
Waar
Wanneer en Hoe

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Herschrijf je verslag volgens de opdrachten!

Gebruik de theorie in paragraaf 3.4 schrijven en formuleren

Schrijf je eigen tekst



timer
0:30

Slide 12 - Tekstslide

Eisen verslag (blz. 158-159
Bedenk een spannende titel
Maak de lezer nieuwsgierig door de inleiding pakkend te maken
In de kern (middenstuk) schrijf je je belevenissen: je vertelt wat je allemaal hebt gedaan.
In het slot sluit je jouw verslag af (geen nieuwe informatie) met een samenvatting of een mening.
Gebruik signaalwoorden


Slide 13 - Tekstslide