eV2b Kap 4, luisteren + grammatica Kap 3 herhalen

Mittwoch 12. Januar 2022
Winter - Woche 2
Herzlich Willkomen eV2b
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Mittwoch 12. Januar 2022
Winter - Woche 2
Herzlich Willkomen eV2b

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Wir hören wieder (proben für Hörprüfung).
  • Wir wiederholen: Kapitel 3 (der/die/das - mv + kloktijden)
  • Hausaufgaben
  • drawasaurus


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

  • we oefenen op onze luistervaardigheid
  • weet je weer hoe het zat met der/die/das en meervoud maken
  • weet je weer hoe het zat met de kloktijden 

Slide 3 - Tekstslide

Sinas Lieblingstier

Slide 4 - Tekstslide

Sinas Lieblingstier
1) Wie reagieren die Leute auf Sina und Sepp?
Fragment 1
A
Sie finden es besonders, dass Sina auf einem Ochsen reitet.
B
Sie haben sich schon an Sina und ihren Ochsen gewöhnt

Slide 5 - Quizvraag


2) Was erzählt Sina über das REiten auf Sepp? Sie findet es...
Fragment2
A
angenehm, dass Sepp langsamer ist als ein Pferd.
B
immer sehr entspannend, mit Sepp unterwegs zu sein.

Slide 6 - Quizvraag


3) Wie kam Sina auf die Idee, auf einem Ochsen zu reiten?
Fragment 3
A
Sie wollte dem Bauern helfen.
B
Sie wollte den Ochsen retten.

Slide 7 - Quizvraag

4) Wie ist es Sina gelungen (gelukt), auf Sepp zu reiten?
Fragment4
A
Sie hat Sepp gleich nach seiner Geburt an das Reiten gewöhnt.
B
Sie hat viel Zeit mit Sepp verbracht, bevor sie begann, auf ihm zu reiten.

Slide 8 - Quizvraag

5) Was erzählt Sina über den Unterschied (het verschil) zwischen Sepp und einem Pferd?
Framgent5
A
Pferde haben eine bessere Kondition als Sepp.
B
Es kostet viel mehr Zeit, ein Pferd zu versorgen.

Slide 9 - Quizvraag

6) Findet Sina Sepp gefährlich?

Fragment6
A
Ja, denn er ist sich nicht bewusst, wie stark er ist.
B
Nein, denn sie vertraut ihrem Ochsen.

Slide 10 - Quizvraag

Hoe ging dit?
1 = moeilijk / 5 = goed te doen
0100

Slide 11 - Poll

Wiederholen (Kapitel 3)
Der / die / das

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer gebruik je "die" - twee antwoorden goed.
A
bij mannelijke woorden
B
bij vrouwelijke woorden
C
bij onzijdige woorden
D
bij meervoud

Slide 13 - Quizvraag

het lidwoord (Artikel) "die" ...
gebruik je bij
  • vrouwelijke personen (Tante, Mutter, Schwester etc...)
  • vrouwelijke dieren (Kuh, Katze)
  • vrouwelijke beroepen (Lehrerin, Direktorin, Arztin ...)
  • veel dingen die eindigen op -e (Spinne, Sonne, Klasse, Stunde ...)
  • woorden eindigend op -heit, -keit, -schaft, -ung, -ur, -ei, -ik, -ion, -tät (Einheit, Möglichkeit, Freundschaft, Zeitung, Abitur, Polizei, Musik, Präsentation, Universität)

Slide 14 - Tekstslide

het lidwoord (Artikel) "die" ...
maar ook bij
ALLE MEERVOUDSVORMEN

Slide 15 - Tekstslide

Het-woorden hebben vaak het lidwoord (Artikel) ...
A
die
B
der
C
das

Slide 16 - Quizvraag

Welke van deze Duitse woorden heeft niet als lidwoord (Artikel) das
A
Haar
B
Kind
C
Stier
D
Land

Slide 17 - Quizvraag

"das" gebruik je ook bij verkleinwoorden eindigend op
-chen en -lein

Mädchen, Büchlein

Slide 18 - Tekstslide

dan blijft "der" over
  • "der" gebruik je bij mannelijke persoons- en diernamen                    der Mann, der Stier, der Lehrer, der Arzt, der Opa
  • namen van dagen, maanden, jaargetijden en windrichtingen
             der Sommer, der Montag, der Norden
  • de meeste stammen van werkwoorden 
            der Beginn, der Satz, der Besuch
 

Slide 19 - Tekstslide

Regels voor maken van meervoud
Bij mannelijke woorden:                  umlaut + e       
                      Ball - Bälle                                                  
Bij vrouwelijke woorden:                  +(e)n 
             Straße - Straßen  of  Klassenarbeit - Klassenarbeiten                 
            NB bij vrl woorden eindigend op -e, -el, -er krijgt het mv alleen een -n
                                Cousine - Cousinen, Schwester - Schwestern, Tante - Tanten
Bij onzijdige woorden:                      +e
                      Heft - Hefte

Slide 20 - Tekstslide

Regels voor maken van meervoud
Mannelijke en onzijdige woorden die eindigen op -el, -en, -er blijven gelijk Onkel - Onkel, Mädchen - Mädchen

Veel woorden op -a, -i, -o, -y krijgen een +s
Handys, Babbys, Omas, Opas

Bij de au klank komt de umlaut op de "a"

Slide 21 - Tekstslide

Het meervoud van
die Affe (aap) is die ...
timer
1:00

Slide 22 - Open vraag

Het meervoud van der Computer is die ...
timer
1:00

Slide 23 - Open vraag

Het meervoud van das Regal (de plank) is die
timer
1:00

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Uhrzeiten??

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wie spät ist es?

A
Es ist neun Uhr .
B
Es ist fünf vor halb zehn.
C
Es ist halb eins.

Slide 29 - Quizvraag

Wie spät ist es?

A
Es ist drei Uhr.
B
Es ist zehn Uhr.
C
Es ist Viertel nach zwölf .

Slide 30 - Quizvraag

Wie spät ist es?

Slide 31 - Open vraag

Was machen wir heute?
  • Wir hören wieder (proben für Hörprüfung).
  • Wir wiederholen: Kapitel 3
  • Hausaufgaben
  • drawasaurus


Slide 32 - Tekstslide

Hausaufgaben 17-1-2022
Lernen Wörter und Grammatik Kapitel 3 + 4
(maak de oefentoetsen als je denkt dat je er klaar voor bent)

voor nu: 
lessonup hören
slim stampen



Slide 33 - Tekstslide

Lesdoelen


  • we oefenen op onze luistervaardigheid
  • weet je weer hoe het zat met der/die/das en meervoud maken
  • weet je weer hoe het zat met de kloktijden 

Slide 34 - Tekstslide

Oefenen met luisteren?
https://LessonUp.app/invite/h/GnHfNgtXEb3CN5Q9q 

Nog meer, doe een toets via Goethe: https://www.goethe.de/de/spr/kup/prf/prf/sd1/ueb.html 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide