Leesstrategieën 3F

LEZEN
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

LEZEN

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van deze les
Je kent de verschillende leesstrategieën
Je kent verschillende tekstdoelen en tekstsoorten
Je kent verschillende tekststructuren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke leesstrategieën ken je?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

leesstrategieen 
Globaal lezen
Intensief lezen
Verkennend lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen
Ontspannend lezen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkennend lezen
Bij verkennend lezen bekijk je de tekst om snel te bepalen wat de tekstsoort en het onderwerp van de tekst is. Als je weet wat de tekstsoort en het onderwerp is, kun je voorspellen wat er in de tekst staat.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorspel de inhoud van deze tekst

Slide 6 - Tekstslide

Bespreek de tekst kort met het stappenplan: laat de studenten deze openen: opdracht 1 Thema 1 Hoofdstuk 1
Globaal lezen


Je gebruikt de leesstrategie globaal lezen als je op zoek bent naar de hoofdzaken van een tekst. Je komt te weten wat de hoofdzaken van een tekst zijn door de eerste en de laatste alinea te lezen en de eerste en laatste zinnen van de alinea's.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoekend lezen
wordt ook wel 'scannen' genoemd. Je bent op zoek naar informatie in een tekst. Het begint met het kijken naar de titel. Aan de titel kun je soms al zien of de tekst geschikt is om het antwoord te geven op je vraag.
Pas als je denkt dat een alinea van de tekst de informatie bevat die je zoekt, begin je met het lezen van (dat deel van) de tekst. Let hierbij op opvallende woorden, tekens in de tekst.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritisch lezen
Als je een tekst kritisch leest, dan wil dat zeggen dat je je een oordeel vormt over de tekst. Je gaat na of de feiten in de tekst kloppen en correct zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit zijn de elektrische auto voordelen op een rij:
1. Je bespaart duizenden euro’s
2. Accelereren in een elektrische auto is verslavend
3. Geen stank, geen olie vervangen en minder onderhoud!
4. Zo veilig als de veiligste Volvo!
5. Stiller dan een Rolls Royce
6. Met 1 pedaal rijden is mogelijk
7. Elke dag een volle “Tank”
8. Een elektrische auto is een stuk duurzamer

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Ontspannend lezen
Je zult je handboek van Nederlands waarschijnlijk niet genietend lezen, zeker niet de dag voor het examen.
Wat lees je dan wel op een genietende, ontspannen manier?
Een stripverhaal, een goed boek dat je leest voor het slapengaan. Je hebt geen extra bedoelingen bij het lezen van dat boek, behalve je ontspannen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van een gebruiksaanwijzing?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke tekstsoort heeft als doel overtuigen?
A
advertentie
B
uitnodiging
C
column
D
strip

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Instruerende tekst
Informerende tekst
Overtuigende tekst

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

tekststructuren

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tekststructuren

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WELKE TEKSTSTRUCTUUR ZAG JE IN DE VORIGE TEKST?
A
VOOR- EN NADELEN
B
STANDPUNT-ARGUMENT
C
VERKLARING
D
BESCHRIJVING

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tekststructuur zag je op de vorige dia?

Slide 23 - Open vraag

voor- en nadelen structuur
Let op: hier zijn meerdere antwoorden goed.
Mogelijke antwoorden:
In de inleiding wordt het verschijnsel Facebook geïntroduceerd en in de tweede alinea worden de voordelen van Facebook genoemd.
In de derde alinea van de tekst worden de nadelen van het gebruik van Facebook genoemd.

Geef je mening over deze les!

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies