Maakt het uit of de persoon waarvaniets is een jongen of een meisje is?
Slide 26 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 27 - Link
Het bezittelijk voornaamwoord (FR)
Mijn = mon, ma, mes
Jouw = ton, ta, tes
Zijn/haar = son, sa, ses
Onze = notre, notre, nos
Jullie = votre, votre, vos
Hun = leur, leur, leurs
Uitspraak
We gaan het rijtje eerst rustig uitspreken, maar daarna steeds sneller.
Slide 28 - Tekstslide
Het bezittelijk voornaamwoord (FR)
Het maakt niet uit of een ding van een man, vrouw, jongen of meisje is!
Bijv: Michel répare sa voiture (v). Michel repareert zijn auto. Niet: son voiture.
Let op:
Slide 29 - Tekstslide
Oefenen!
1. (mijn) _______ père (m) aime les fleurs. 2. Ils jouent dans (hun) _________ jardin (m). 3. Marc travaille à (zijn) _______ table (v). 4. Kathy lit (haar) ________ livre (m). 5. Ils lavent (onze) __________ voiture (v). 6. (hun) ________ cousins viennent aussi (mv). 7. Michel répare (zijn) ______ voiture (v). 8. (jullie) _________ chiens (mv) dorment bien. 9. Ce sont (haar) ________ grands-parents (mv) ! 10. C'est (jouw) ____________ prof (m) (v) ?
Je mag je boek erbij gebruiken als hulp
Page 46
Slide 30 - Tekstslide
Les réponses:
1. (mijn) mon père aime les fleurs. 2. Ils jouent dans (hun) leur jardin. 3. Marc travaille à (zijn) sa table. 4. Kathy lit (haar) son livre. 5. Ils lavent (onze) notre voiture. 6. (hun) leurs cousins viennent aussi. 7. Michel répare (zijn) sa voiture. 8. (jullie) vos chiens dorment bien. 9. Ce sont (haar) ses grands-parents! 10. C'est (jouw) ton / ta prof?
Hoeveel had je goed?
Naast deze grammatica krijg je ook de passé composé