9.1 oplossen en indampen van zouten

9.1 "oplossen en indampen van zouten"
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

9.1 "oplossen en indampen van zouten"

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kunt een aantal eigenschappen van zouten benoemen.
  • Je kunt herkennen dat zouten met bepaalde ionen altijd goed oplosbaar zijn.
  • Je kunt in een oplosbaarheidstabel de mate van oplosbaarheid van een zout opzoeken.
  • Je kunt de reactievergelijking opstellen van het oplossen van een zout in water.
  • Je kunt de reactievergelijking opstellen van het indampen van een zoutoplossing.

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je nog weten:
  1. Zouten bestaan uit positieve en negatieve ionen.
  2. De ladingen bij elkaar opgeteld: nul (ongeladen/kloppend maken).
  3. Zoek dus de verhouding tussen + en - ionen waardoor de totale lading nul wordt.
  4. Deze verhouding zie je terug in de molecuulformule (bijv. PbCl2).

*5. De formules en naam van de samengestelde ionen:
NH4+      OH      SO42-       NO3       CO32-       PO43-

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Naamgeving en formules zouten
Hoe heet het zout dat bestaat uit de ionen Na+ en Cl-?

Slide 6 - Tekstslide

Naamgeving en formules zouten
Hoe heet het zout dat bestaat uit de ionen Na+ en Cl-?

Hoe heet het zout dat bestaat uit de ionen Pb2+ en F-?

Slide 7 - Tekstslide

Naamgeving en formules zouten
Hoe heet het zout dat bestaat uit de ionen Na+ en Cl-?

Hoe heet het zout dat bestaat uit de ionen Pb2+ en F-?

Hoe heet het zout dat bestaat uit de ionen Mg2+ en NO3-?

Slide 8 - Tekstslide

Naamgeving en formules zouten
Hoe heet het zout dat bestaat uit de ionen Na+ en Cl-?

Hoe heet het zout dat bestaat uit de ionen Pb2+ en F-?

Hoe heet het zout dat bestaat uit de ionen Mg2+ en NO3-?

Hoe heet het zout dat bestaat uit de ionen NH4+ en PO43-?

Slide 9 - Tekstslide

Naamgeving en formules zouten
Wat is de formule van het zout dat bestaat uit de ionen Na+ en Cl-?


Slide 10 - Tekstslide

Naamgeving en formules zouten
Wat is de formule van het zout dat bestaat uit de ionen Na+ en Cl-?

Wat is de formule van het zout dat bestaat uit de ionen Pb2+ en F-?


Slide 11 - Tekstslide

Naamgeving en formules zouten
Wat is de formule van het zout dat bestaat uit de ionen Na+ en Cl-?

Wat is de formule van het zout dat bestaat uit de ionen Pb2+ en F-?

Wat is de formule van het zout dat bestaat uit de ionen Mg2+ en NO3-?

Slide 12 - Tekstslide

Naamgeving en formules zouten
Wat is de formule van het zout dat bestaat uit de ionen Na+ en Cl-?

Wat is de formule van het zout dat bestaat uit de ionen Pb2+ en F-?

Wat is de formule van het zout dat bestaat uit de ionen Mg2+ en NO3-?

Wat is de formule van het zout dat bestaat uit de ionen NH4+ en PO43-?

Slide 13 - Tekstslide

Oplosbaarheidstabel (BINAS 35)
In de oplosbaarheidstabel zoek je op welke letter op het kruispunt staat. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Oplosbaarheidstabel (BINAS 35)
In de oplosbaarheidstabel zoek je op welke letter op het kruispunt staat. 

s    slecht oplosbaar
m   matig oplosbaar
g    goed oplosbaar
-     bestaat niet of reageert met water

Slide 16 - Tekstslide

Oplosbaarheid zouten
Wat is de oplosbaarheid van het zout dat bestaat uit de ionen Na+ en Cl-?

Wat is de oplosbaarheid van het zout dat bestaat uit de ionen Pb2+ en F-?

Wat is de oplosbaarheid van het zout dat bestaat uit de ionen Mg2+ en NO3-?

Wat is de oplosbaarheid van het zout dat bestaat uit ionen NH4+ en PO43-?

Slide 17 - Tekstslide

Oplosvergelijkingen
Het oplossen van calciumnitraat 

Ca(NO3)2

Slide 18 - Tekstslide

Oplosvergelijkingen
Het oplossen van calciumnitraat:

                        (s)  -->  Ca2+ (aq) + 2 NO3- (aq)

Ca(NO3)2

Slide 19 - Tekstslide

Oplosvergelijkingen
Het oplossen van calciumnitraat:

                        (s)  -->  Ca2+ (aq) + 2 NO3- (aq)

Vraag:
Wat is de oplosvergelijking van calciumchloride?
Ca(NO3)2

Slide 20 - Tekstslide

Indampen
  • Tegenovergestelde van oplossen
  • Oplossing wordt verwarmd 
  • Water verdampt (en gaat dus weg)
  • Zout blijft over

Slide 21 - Tekstslide

Indampvergelijkingen
Omgekeerde van oplosvergelijkingen. Het indampen van calciumnitraat:


Slide 22 - Tekstslide

Indampvergelijkingen
Omgekeerde van oplosvergelijkingen. Het indampen van calciumnitraat:
2 NO3- (aq) + Ca2+ (aq) -->                      (s)


Ca(NO3)2

Slide 23 - Tekstslide

Indampvergelijkingen
Omgekeerde van oplosvergelijkingen. Het indampen van calciumnitraat:
2 NO3- (aq) + Ca2+ (aq) -->                      (s)

Vraag:
Wat is de indampvergelijking van een oplossing van magnesiumnitraat?
Ca(NO3)2

Slide 24 - Tekstslide

Geef de formule van aluminiumsulfide

Slide 25 - Open vraag

Geef de formule van ijzer(III)sulfaat

Slide 26 - Open vraag

Van een pot met een witte vaste stof is het etiket gescheurd. Het overgebleven stuk etiket zie je hiernaast.
Om erachter te komen of de pot BaCl2 of BaCO3 bevat, meng je een beetje van de stof uit de pot met water. Er ontstaat een helder, kleurloos mengsel.
Welke stof kan de witte vaste stof zijn?
A
BaCl2
B
BaCO3

Slide 27 - Quizvraag

Toets vraag
Bernard heeft een oplossing die een van de volgende soorten ionen bevat: Ba2+, Fe2+, K+, Pb2+. Hij wil onderzoeken welk van deze ionen in de oplossing aanwezig is.
 Hiertoe voert Bernard twee proefjes uit.
 Proef 1: Aan de oplossing die hij wil onderzoeken, voegt hij een oplossing van natriumsulfaat toe. De oplossing blijft helder.
 Proef 2: Aan de oplossing die hij wil onderzoeken, voegt hij een oplossing van natriumhydroxide toe. Er ontstaat een neerslag.
 Welk soort ionen bevatte de oorspronkelijke oplossing?

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag:
Maak paragraaf 9.1

Slide 29 - Tekstslide