Nog een paar dagen, en dan begint de toetsweek. Hoe zit je erbij? Gespannen? Relaxed? Ben je goed voorbereid?
Dat past mooi bij het thema van deze week ‘voorbereid’.
Ken je het verhaal dat Jezus vertelde over twee mensen die een huis bouwden?
Slide 3 - Tekstslide
Dagopening
24 Luister naar mijn woorden en doe wat ik vraag. Dan lijk je op een verstandige man, die zijn huis bouwt op stevige grond. 25 Op een dag gaat het hard regenen en waaien. De rivieren stromen over, en de wind en het water slaan tegen het huis. Maar het huis blijft staan, want het is stevig gebouwd.
26 Maar stel dat je wel naar mij luistert, maar niet doet wat ik vraag. Dan lijk je op een domme man, die zijn huis bouwt op zachte grond. 27 Op een dag gaat het hard regenen en waaien. De rivieren stromen over, en de wind en het water slaan tegen het huis. Dat huis zakt in elkaar, er blijft niets van over.’
Slide 4 - Tekstslide
Dagopening
Wat zou dit betekenen?
En hoe is het op jou van toepassing?
Ben je goed voorbereid?
Slide 5 - Tekstslide
Deze les
Terugblik vorige les
Uitleg stamboom
Les 3 Opdracht 3 maken
Uitleg levensvragen
Les 4 opdracht 1 en 2 maken
Klaar? Familiewapen/stamboom
Slide 6 - Tekstslide
Wie ben jij?
Minimaal
100
woorden
Slide 7 - Tekstslide
Thuis gevraagd?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
jij
Jouw ... ?? En wat is er met Brad en Linda?
opa
Slide 10 - Tekstslide
ik
Mijn gezin
Slide 11 - Tekstslide
jij
Begin met jezelf, je broers en zussen en je ouders, werk daaruit verder
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag
Wat: Maken opdracht 1 t/m 3 van les 3
Ben je klaar? Kijk of je alles hebt gemaakt vorige keer
Ook daarmee klaar? Aan de slag met je familiewapen
timer
20:00
Slide 13 - Tekstslide
Levensvragen
Er zijn twee soorten vragen: gewone vragen en levensvragen
Levensvragen:
- Ze gaan dieper dan gewone vragen (ze zijn moeilijker).
- Ze hebben geen vast antwoord. Iedereen kan een ander antwoord geven.
- Het antwoord kan veranderen (bijvoorbeeld: als je ouder wordt).
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht 1 & 2
Opdracht 1: Kun jij twee andere levensvragen bedenken?
Opdracht 2: Kies drie levensvragen uit de tabel boven opdracht 1, die jou bezig houden en leg uit waarom.