Afweer BS2: Afweer

Thema 4: Afweer
Basisstof 2: Afweer


1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Thema 4: Afweer
Basisstof 2: Afweer


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen bas 1
  1. Je kunt de werking en de functie van de huid bij de afweer van de mens beschrijven.
  2. Je kunt de verschillen tussen lichaamsvreemde en lichaamseigen stoffen beschrijven.
  3. Je kunt de verschillen tussen chemische en mechanische afweer beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen bas 2
  1. Je kunt de vormen van aangeboren afweer beschrijven.
  2. Je kunt de vormen van verworven afweer beschrijven.
  3. Je kunt de onderlinge relatie van de delen van het immuunsysteem toelichten

Slide 3 - Tekstslide

1e verdedigingslinie
Extern, niet-specifiek:
  • Mechanische afweer: 
       huid, slijmvliezen, oogvocht, 
       speeksel, slijm
  • Chemische afweer: 
       maagzuur, zweet, 
       pH op de huid

Slide 4 - Tekstslide

Aangeboren en verworven afweer
De aangeboren afweer is aanwezig vanaf de geboorte en verloopt niet-specifiek (ruimt allerlei soorten ziekteverwekkers op).

De verworven afweer ontwikkelt zich gedurende het leven van het organisme en werkt specifiek (tegen één bepaalde ziekteverwekker).

Slide 5 - Tekstslide

Lymfoïde organen
De lymfoïde organen hebben een functie bij de opslag en transport van witte bloedcellen


In het rode beenmerg worden verschillende witte bloedcellen geproduceerd; fagocyten en lymfocyten

Slide 6 - Tekstslide

Granulocyten
Granulocyten doden ziekteverwekkers d.m.v. fagocytose (~opeten).
Lysosomen zijn met enzym gevulde blaasjes die de ziekteverwekker binnenin de granulocyt afbreken.
Hierbij gaat de granulocyt ook dood en kan met de ziekteverwekker etter/pus vormen.

Slide 7 - Tekstslide

Monocyten
Monocyten komen voor in heel het lichaam.
Kunnen zich ontwikkelen tot macrofaag (= grote eter) of dendritische cel, die beiden  ziekteverwekkers fagocyteren.

Macrofagen gaan minder snel dood dan granulocyten.

Dendritische cellen bevinden zich vooral op plekken waar ziekteverwekkers binnen kunnen dringen

Slide 8 - Tekstslide

Verdedigingslinies
  1. kasteelmuren: redelijk ondoordringbaar, werkt tegen vrijwel alles.
  2. poortwachters: proberen bedreigingen te herkennen, roepen hulp in ernstige situaties. Werkt tegen vrijwel alle bedreigingen 
  3. hulptroepen: Reageren op hulpvraag in grote aantallen. Zijn specifiek getraind om bepaalde bedreigingen uit te schakelen. 


Slide 9 - Tekstslide

Basisstof 2 - Afweer
Blz: 182
Binas 84L2

Slide 10 - Tekstslide

2e verdedigingslinie

De aangeborenniet-specifieke afweer.
Kenmerken: reactie op alles wat vreemde antigenen heeft.

Fagocyten neutraliseren ziekteverwekkers d.m.v. fagocytose

Slide 11 - Tekstslide

3e verdedigingslinie
Verworven afweer 
1. Humorale afweer: B-lymfocyten produceren antistoffen in lichaamsvloeistoffen
2. Cellulaire afweer: T-lymfocyten doden afwijkende cellen
 

TABEL 84 L

Slide 12 - Tekstslide

3e verdedigingslinie
uniek: heeft 'geheugen' voor ziekteverwekkers waarmee het lichaam eerder in aanraking is geweest 
zorgt bij latere infecties sneller voor adequate afweerreactie: immuniteit
Verworven afweer

Slide 13 - Tekstslide

Activatie 3e verdedigingslinie:  verworven afweer 

1. macrofagen fagocyteren ziekteverwekker
2. macrofaag presenteert antigenen van ziekteverwekker aan de buitenkant van zijn celmembraan, het is dan een antigeen presenterende cel (APC)


3. APC gaat naar de lymfeklieren toe, hier zitten de lymfocyten 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

MHC-I receptor
Op elke lichaamscel met kern
MHC-II receptor op macrofagen, dendritische en B-cellen

Slide 16 - Tekstslide

T-cel
B-cel
T-lymfocyt

productie
beenmerg

rijping
thymus

B-lymfocyt

productie
beenmerg

rijping
beenmerg

T-cellen ruimen (geïnfecteerde) EIGEN lichaamscellen op
B-cellen maken antistoffen tegen ziekteverwekkers
Lymfocyten zijn 'antigeen specifiek'. Ze zijn getraind om maar slechts 1 specifiek antigeen te herkennen

Slide 17 - Tekstslide

Natural killers
Taak = vernietigen cellen met virus erin 

Met virus besmette cellen presenteren virus antigenen op de celmembraan.

Natural killercellen herkennen deze antigenen en geven stoffen af waardoor celmembraan lek wordt - cel gaat dood, virus ook

Slide 18 - Tekstslide

Binas 84L2

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Ontsteking
Een ontsteking is een reactie van het lichaam op beschadiging van het weefsel of op externe prikkels. 
Beschadigde cellen geven signaalstoffen af, waardoor de bloedvaten verwijden. Deze voeren dan meer fagocyten om eventuele ziekteverwekkers te bestrijden

Slide 22 - Tekstslide

Koorts
Functies van koorts:
1. Remmen ontwikkeling ziekteverwekkers
2. Stimuleren werking van afweerreacties


Verhogen van de normwaarde door cytokinen, afgescheiden door macrofagen. Cytokinen zijn een voorbeeld van mediatoren (= eiwit met regulerende functie.

Slide 23 - Tekstslide

Antibiotica
Antibiotica kunnen worden ingezet om het immuunsysteem tijdelijk te helpen door de bacteriegroei te remmen. 
Het is werkzaam op celprocessen van bacteriën.

Slide 24 - Tekstslide

Ziekenhuisbacterie
Herhaaldelijke blootstelling aan verschillende antibiotica "selecteren" bacteriën met resistenties.

MRSA bacterie = resistent tegen alle bekende vormen van antibiotica.

Belangrijk: 
  1. Neem geen antibioticakuur, tenzij voorgeschreven door een arts.
  2. Maak een antibioticakuur altijd af!

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen 
  1. Je kunt de vormen van aangeboren afweer beschrijven.
  2. Je kunt de vormen van verworven afweer beschrijven.
  3. Je kunt de onderlinge relatie van de delen van het immuunsysteem toelichten

Slide 26 - Tekstslide