Hay, estar, ser
Hay = er is, er zijn
Estar = zijn
Gaat over waar iets of iemand zich bevindt / emoties (hoe het gaat met iemand)
Ser = zijn
Gaat over beschrijvingen, zoals:
naam, nationaliteit, beroep, karakter, de tijd, hoe iets is
ESTAR
yo estoy = ik bentú estás = jij bent
él / ella / usted está = hij is / zij is / u bent
nosotros estamos = wij zijn
vosotros estáis = jullie zijn
ellos / ellas están = zij zijn
SER
yo soy = ik ben
tú eres = jij bent
él / ella / usted es = hij is / zij is / u bent
nosotros somos = wij zijn
vosotros sois = jullie zijn
ellos / ellas son = zij zijn