KB1-H3.3

3.3           Doel van de les lezen

Door middel van het lezen van teksten leren dat:


  • Er alinea's in een tekst zijn.
  • Kernzinnen in een aline kunnen aanwijzen.
  • Hoofd- en bijzaken van elkaar kunnen onderscheiden.
  • Signaalwoorden herkennen die een tegenstelliong aangeven.
1 / 7
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 7 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.3           Doel van de les lezen

Door middel van het lezen van teksten leren dat:


  • Er alinea's in een tekst zijn.
  • Kernzinnen in een aline kunnen aanwijzen.
  • Hoofd- en bijzaken van elkaar kunnen onderscheiden.
  • Signaalwoorden herkennen die een tegenstelliong aangeven.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een alinea?

Slide 2 - Woordweb

Wat is een kernzin?
A
een zin in de tekst
B
de belangrijkste zin in de tekst
C
dat is de kern
D
alles is belangrijk in de tekst

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een toelichting?
A
iets toevoegen
B
iets extra's
C
een afsluiting
D
een uitleg over iets in de tekst

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen hoofdzaken en bijzaken?

Slide 5 - Open vraag

Noem een
tegenstelling

Slide 6 - Woordweb

Aantekeningen

Schrijf de onderstaande aantekeningen netjes over in je aantekeningenschrift.


Alinea: Een kort stukje in een langere tekst

Kernzin: De belangrijkste zin van een alinea

Toelichting: Een uitleg of een voorbeeld bij een kernzin.

Hoofdzaken: De belangrijke dingen uit een tekst

Bijzaken: de minder belangrijke informatie in een tekst.

Signaalwoorden: Woorden die een verband aangeven.

Tegenstelling: Een woord dat het tegenovergestelde betekent van een ander woord.

Zoekend lezen: Leesstrategie waarbij je niet de hele tekst, maar direct zoekt naar de informatie die je nodig hebt.

Slide 7 - Tekstslide