Textuur

Nieuwe opdracht
  • Textuur / structuur
  • Fotografie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
TekenenMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Nieuwe opdracht
  • Textuur / structuur
  • Fotografie

Slide 1 - Tekstslide

Beeldaspect
Textuur/structuur

Slide 2 - Tekstslide

In de beeldende kunst werken we met BEELDASPECTEN:


TEXTUUR/STRUCTUUR - KLEUR - LICHT - RUIMTE - COMPOSITIE - VORM -



De komende opdrachten gaan over TEXTUUR. 


Wat is TEXTUUR eigenlijk?

Slide 3 - Tekstslide

Texturen zijn...
...eigenschappen van voorwerpen die je kunt zien en voelen. Een ritme in vorm wat steeds terugkomt.
(Herhaling van vormen)

Voorbeelden: Ribbelig, bobbelig, stekelig, harig, fluwelig, glad, hard, zacht

Slide 4 - Tekstslide

Patroon
TEXTUUR ontstaat door een herhaling van vormen en/of lijnen. Hierdoor ontstaat vaak een PATROON. We noemen een TEXTUUR soms ook STRUCTUUR. Aan een textuur kun je zien hoe iets voelt, aan een patroon kun je dat niet zien. In een textuur kun je een patroon herkennen. 

Je kunt patronen maken door te spelen met:
- afstand tussen de vormen/lijnen
- grootte van de vormen/lijnen
- afwisseling in vormen/lijnen
- dikte van de vormen/lijnen
- richting van de vormen/lijnen
enz.

Slide 5 - Tekstslide

afstand tussen de vormen/lijnen
grootte van de vormen/lijnen
afwisseling in vormen/lijnen
dikke en dunne vormen/lijnen
richting van de vormen/lijnen

Slide 6 - Tekstslide

Stofuitdrukking
Je kunt een bestaande structuur namaken in een ander materiaal

Dat kan bijvoorbeeld door te 
- tekenen
- schilderen
- boetseren
- beeldhouwen

Een in een ander materiaal nagemaakte textuur heet de stofuitdrukking van die textuur. 

Slide 7 - Tekstslide

OPDRACHT A
Je gaat nu zelf op zoek naar bestaande texturen en patronen.
1. Fotografeer in je in de klas of daarbuiten 4 verschillende soorten texturen. 



Slide 8 - Tekstslide

OPDRACHT A
Je gaat nu zelf op zoek naar bestaande texturen en patronen.
1. Maak nu van een klein beetje klei de textuur (van je foto) na. Gebruik een stukje klei van ongeveer 5x5x5cm. Je werkt ruimtelijk (3d).
2. Fotografeer jouw object met textuur.
3. Pak je portlood. Teken nu je textuur zo goed mogelijk na. Kijk goed naar hoe het licht op je stuk klei valt. 
4. Dit doe je in totaal 4 keer met 4 verschillende
texturen. 



Slide 9 - Tekstslide

OPDRACHT A
Je gaat nu zelf op zoek naar bestaande texturen en patronen.
1. Maak een mooie presentatie van de verschillende stappen van je proces. Laat je schetsen, foto's en eindresultaat goed zien. 
Wees zo creatief mogelijk in je presentatie.



Slide 10 - Tekstslide

OPDRACHT B Huiswerk
Je gaat nu zelf op zoek naar bestaande texturen en patronen.
1. Fotografeer in je omgeving (binnen of buiten) 10 foto's van verschillende soorten texturen. Aan de foto's moet je kunnen zien hoe het afgebeelde oppervlak aanvoelt. (Voorbeeld: leer, vachten, haar, stekels, ruw, etc.)

2. Fotografeer in je omgeving (binnen of buiten) 10 foto's van verschillende soorten patronen. Je kunt dus duidelijk een herhaling in vorm of lijn zien. 

3. Zet alle foto's in een word document. Maak een categorie TEXTUUR en een categorie PATROON. Zorg dat het overeenkomt met het voorbeeld van de volgende pagina. Uiteraard wel met je eigen foto's. 

4. Lever dit google document in via de opdracht in google classroom.

5. Zet de afbeeldingen ook in je portfolio en schrijf er een reflectie over zoals je gewend bent in je portfolio. (Dit is 1 opdracht, dus je schrijft 1 reflectie over 20 afbeeldingen). De afbeeldingen hoef je niet groot af te beelden. 

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld van de opdracht

Slide 12 - Tekstslide

Beoordeling
  • Voldoende variatie in texturen en patronen (Denk aan kleur, detail, vorm en lijn etc.)
  • Het is een fotografie opdracht, zorg dat de belichting goed is en dat de foto scherp is!
  • Geen plaatjes van internet!
  • Zorg dat je enkel de textuur of het patroon in beeld hebt, geen achtergrond dus!
  • Benoem in je document of het patronen of texturen zijn. Er wordt gelet op het correct plaatsen in een van deze categorieën. 
  • Zorg dat in je document alle afbeelding even groot zijn. 
  • Je afbeeldingen niet vervormen. 
  • Lever je werk op tijd in, VOOR de volgende les

Slide 13 - Tekstslide

Terug op school!
Kleur en kleurcontrasten

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht Kleurcontrasten

  • Verdeel je blad in 4 gelijke delen (met potlood en liniaal, niet vouwen!)
  • Kies een thema (Fruit, kleding, hobby, etc. )
  • Teken in ieder vakje een ander object wat binnen je thema past. Teken niet te klein.
  • Ieder vakje schilder je in het aangewezen kleurcontrast. 
  • Je mag meerdere kleuren verf gebruiken binnen 1 vakje, zolang het maar binnen het kleurcontrast blijft. 
  • Je tekent uit je hoofd, dus niet van een plaatje natekenen. 
  • Denk aan: kleuren mengen op je palet, juiste contrast.
Kleur-tegen-kleur
Warm-koud
Licht-Donker
Complementair

Slide 15 - Tekstslide

Beoordeling o/v/g
  • Staan de goede kleurcontrasten in het goede vakje?
  • Heb je de kleuren netjes gemengd op je palet en goed toegepast?
  • Heb je de goede schildertechniek gebruikt?
  • Alles is geschilderd, geen papier meer zichtbaar!
  • Is er een thema te herkennen?
  • Staat je voornaam+achternaam+klas op de achterkant van je blad?
  • Er is niet geschreven op de voorkant!

Slide 16 - Tekstslide

Aanvullende opdracht Textuur
  • Heb je de fotografie opdracht gemaakt en staat deze zoals het voorbeeld in Classroom?
  • Werk je thuis? 
  • Werk je op school en heb je de opdracht over kleurcontrasten af?

    --------> Dan ga je beginnen met de volgende kleine oefening.

Slide 17 - Tekstslide