Vragenuurtje

Zintuigen in de huid
Tastzintuigen
Gehoorzintuig
Warmtezintuig
Gezichtszintuig
Reukzintuig
Koudezintuig
Smaakzintuig
Drukzintuig
1 / 14
volgende
Slide 1: Sleepvraag
BiologieHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Zintuigen in de huid
Tastzintuigen
Gehoorzintuig
Warmtezintuig
Gezichtszintuig
Reukzintuig
Koudezintuig
Smaakzintuig
Drukzintuig

Slide 1 - Sleepvraag

Mechanische receptoren
Chemische receptoren
Druk

Aanraking

Geluid
Smaakstoffen

Slide 2 - Sleepvraag

Wie heeft de hoogste prikkeldrempel voor geurstoffen?
A
Mens
B
Hond

Slide 3 - Quizvraag

Bij welke situatie zal de prikkeldrempel bereikt worden?
A
Suikerkorrel in oplossing
B
Suikerklontje in oplossing

Slide 4 - Quizvraag

Welk cijfer geeft de iris aan?
A
5
B
6
C
7

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de functie van het vaatvlies?
A
Het oog bescherming geven
B
Bloed met zuurstof en voedingsstoffen vervoeren naar het oog
C
Hier bevinden zich de zintuigcellen

Slide 6 - Quizvraag

Welke foto bevindt zich in een ruimte met weinig licht?
A
Foto 1
B
Foto 2

Slide 7 - Quizvraag

Naar een prooi sluipen
Stil zitten
Om hulp roepen
Pannenkoeken eten
Geurstoffen opnemen
De wind waait
Gedrag

Slide 8 - Sleepvraag

Bij welke foto kun je het best de iris bestuderen?
A
Foto 1
B
Foto 2

Slide 9 - Quizvraag

Staafjes
Kegeltjes
Kleuren waarnemen
Lage drempelwaarde
Contrasten waarnemen
Hoge drempelwaarde
Vooral te vinden in en rond de gele vlek
Te vinden over het hele netvlies, behalve de gele vlek

Slide 10 - Sleepvraag

3x de verkeerde route pakken in een dolhof alvorens de juiste route te pakken naar het centrum...
A
Conditionering
B
Inprenting
C
Trial-and error
D
Inzicht

Slide 11 - Quizvraag

In een korte gevoelige periode van je leven iets leren (meestal vlak na de geboorte)
A
Conditionering
B
Inprenting
C
Trial-and error
D
Inzicht

Slide 12 - Quizvraag

In een korte gevoelige periode van je leven iets leren (meestal vlak na de geboorte)
A
Conditionering
B
Inprenting
C
Trial-and error
D
Inzicht

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van overspronggedrag?
Een hond blaft tegen een kat die hij tegenkomt. De kat...
A
Gaat in de aanvalshouding
B
De kat vlucht weg
C
De kat gaat zijn eigen pootjes likken

Slide 14 - Quizvraag