Country's - Engels

Nations of the world
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nations of the world

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat zo een les Engels maken. 


= Engels
                = Nederlandse vertaling

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What does 'Nations of the world' mean?
A
De wereld
B
Landen
C
Provincies/staten
D
Steden

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What does city mean?
A
De stad
B
De wereld
C
Het land
D
De provincie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het volgende filmpje hoor je alle landen van de wereld! 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Which country did they mention first?
A
Panama
B
Canada
C
United States
D
Mexico

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Name the nations you know.

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

in which country is this building located?
A
California
B
Madrid
C
New York
D
Volendam

Slide 9 - Quizvraag

Vrijheidsbeeld 
Engels: Statue of Liberty
in which country is this building located?
A
Amsterdam
B
Parijs
C
Londen
D
Los Angeles

Slide 10 - Quizvraag

Big Ben
in which country is this building located?
A
Parijs
B
Praag
C
Zwolle
D
Madrid

Slide 11 - Quizvraag

Eiffeltoren 
Engels: Eiffel Tower
in which country is this building located?
A
Rome
B
Pisa
C
Groningen
D
New York

Slide 12 - Quizvraag

Toren van Pisa
Engels: Tower of Pisa 
What is your favourite Nation of the world?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Our Country

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Name typical Dutch things.

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Our school is located in...
A
Drenthe
B
Groningen
C
Zwolle
D
Sneek

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Typische uitdrukkingen...


Een uitdrukking is een zin waarmee je vaak iets anders bedoeld... Bijvoorbeeld: het regent pijpenstelen. 
Het regent dan niet echt pijpenstelen, ze bedoelen dat het dan heel hard regent. In het Engels hebben ze ook zulke uitdrukkingen... 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The ball is in your court.
A
Het is nu aan jou
B
Jij hebt gescoord
C
Ik heb geen zin meer

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spill the beans
A
Bonen weggooien
B
Iets verkeerd doen
C
Een geheim verklappen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trough thick and thin
A
Elkaar altijd steunen
B
Dikke en dunne mensen
C
Eten koken

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Break a leg
A
Onaardig zijn tegen iemand
B
Iemand succes wensen
C
Een been breken

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Once in a blue moon...

A
Bijna nooit
B
Als het volle maan is
C
Altijd

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

You can say that again
A
Jij snapt er niks van!
B
Zeg het nog een keer
C
Het klopt!

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies