HV2 P1 LV en poëzie wk41-1 (5) herh H3 leesstrategieën & uitleg rijmvormen en strofe

Vandaag

10 min stil lezen
Herhaling H3 leesstrategieën (leesvaardigheid)
Uitleg strofen, enjambement, alliteratie, assonantie (poëzie)

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vandaag

10 min stil lezen
Herhaling H3 leesstrategieën (leesvaardigheid)
Uitleg strofen, enjambement, alliteratie, assonantie (poëzie)

Slide 1 - Tekstslide

Stil lezen

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

De praktische opdracht (PO)
Je maakt in groepjes van vier  een bundel met gedichten.

De dichtbundel bevat de volgende onderdelen:
  • 6 gekozen bestaande gedichten
  • 5 zelf geschreven gedichten

Slide 3 - Tekstslide



Lesdoelen

  • je weet welke 5 leesstrategieën er zijn
  • je kan een gegeven leesstrategie toepassen op een gegeven tekst
  • je kan uitleggen wanneer je welke strategie kunt gebruiken bij je doel
  • je weet welke rijmvormen je moet kennen en wat strofen zijn

       

Slide 4 - Tekstslide

LessonUp's poëzie

      Alle theorie is gedeeld met jullie. 

Je maakt tijdens het zelfstandig werken een strofe van een:
  • enjambement
  • alliteratie
  • assonantie

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling vorige les
Je bent begonnen met het beeldgedicht. 

Gebruik de site www.wordart.com om het gedicht te maken. 

H3 Welke leesstrategieën ken je? Leg uit. 


Slide 6 - Tekstslide

Leesdoelen en leesstrategieën
Je hebt geleerd om op verschillende manieren te lezen, dat zijn de leesstrategieën.

Welke strategie je kiest, hangt af van je leesdoel
Bepaal eerst je leesdoel en kies daarna de juiste strategie.

Slide 7 - Tekstslide

De vijf leesstrategieën die jullie moeten kennen
H3 blz. 14
Globaal lezen
Intensief lezen
Zoekend lezen
Lerend lezen
Kritisch lezen

Slide 8 - Tekstslide



Globaal lezen
Doel: 
Je wilt globaal weten waar de tekst over gaat.

Hoe: 
je leest de titel, de tussenkopjes, eventuele afbeeldingen en je zoekt de hoofdgedachte in de inleiding of conclusie van de tekst.
 

Slide 9 - Tekstslide



Intensief lezen

Doel: 
Je wilt de tekst begrijpen.

Hoe: 
Je leest de tekst van het begin tot het eind door. Woorden die je niet kent zoek je op.

Slide 10 - Tekstslide



Zoekend lezen

Doel: 
Als je zoekt naar:
  • het antwoord op een vraag 
  • teksten die je kunt gebruiken voor een werkstuk

Hoe: 
Je scant de tekst aan de hand van trefwoorden.

Slide 11 - Tekstslide



Lerend lezen

Doel: 
Als je belangrijke informatie wilt onthouden.

Hoe:
  • je gaat eerst globaal lezen
  • daarna lees je intensief
  • vervolgens maak je een samenvatting of markeer je de hoofdpunten 

Slide 12 - Tekstslide



Kritisch lezen
Doel: 
Wat is het doel van de schrijver?

Hoe: 
Op verschillende manieren nagaan of het klopt wat er staat door andere teksten te raadplegen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide




In welke situatie gebruik je de leesstrategie globaal lezen?


A. Als je op zoek bent naar specifieke informatie voor bijvoorbeeld een werkstuk

B. Als je snel wil weten wat de belangrijkste boodschap is van de tekst

C. Als je belangrijke informatie wil onthouden, bijvoorbeeld voor een toets

D. Als je wil weten wat het doel van de schrijver van de tekst is

E. Als je de tekst goed wil begrijpen

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Je beeldgedicht is nu klaar. 

H3 opdracht 1 t/m 3 en 5


Slide 16 - Tekstslide

Strofe 

 De regels in een gedicht die bij elkaar horen. Tussen de strofen is een regel overgeslagen.


Slide 17 - Tekstslide

Strofe
Een gedicht is opgebouwd uit strofen, in de muziek zou je een strofe een couplet en in teksten een alinea noemen. 

Verschillende strofen zijn van elkaar te onderscheiden door een witregel.

Slide 18 - Tekstslide

Versregels
De regels in een gedicht noem je versregels. De versregels die in groepjes bij elkaar staan noem je een strofe.

Vergelijk een strofe van een gedicht met 
een alinea van een tekst.

Elke strofe heeft een deelonderwerp.

Slide 19 - Tekstslide

rijmvormen
Een gedicht kan op verschillende manieren rijmen. Dit zijn de drie bekendste:
  1. gepaard rijm a a b b
  2. omarmend rijm a b b a
  3. gekruist rijm a b a b

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

enjambement
Soms kiest de dichter ervoor om een zin aan het einde van de regel af te breken en op de volgende regel verder te gaan. Dat noemen we enjambement. 
De zin gaat dus verder op de volgende regel. 

Slide 24 - Tekstslide

alliteratie
Alliteratie is een soort van medeklinkerrijm. Woorden beginnen dan met dezelfde combinatie van medeklinkers. 
Alliteratie komt altijd in dezelfde regel voor, dus niet door het hele gedicht heen.
Een bekend voorbeeld van alliteratie is:
Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindenlaan

Slide 25 - Tekstslide

alliteratie
Bij alliteratie gaat het om overeenkomst in klank van medeklinkers aan het begin van woorden.

Stevig staat de sterke man uit Stavoren op zijn standplaats.

Slide 26 - Tekstslide

assonantie
Een ander woord voor assonantie is klinkerrijm. Dit betekent dus dat bij assonantie klinkers (a, e, o, u, i) op elkaar rijmen. 
Bij deze vorm van rijm gaat het dan om de manier waarop de woorden worden uitgesproken, dus niet hoe ze worden geschreven.

Slide 27 - Tekstslide

Assonantie (klinkerrijm):

 

De wijze, kleine, geinige meid

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
Noteer in je agenda voor de volgende les.

Maken H3 opdracht 6 t/m 9






Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag
Keuze


1. Maak een zin van een alliteratie en assonantie
of
2. Ga alvast aan de slag met je huiswerk (leesvaardigheid)
of
3. Ga aan de slag met je PO



Keuze
Huiswerk:
zin assonantie, enjambement en alliteratie maken (raadpleeg de LessonUp) &
H3 opdracht 6 t/m 9

Slide 30 - Tekstslide

Ben je klaar?

  • Ga dan aan de slag met je PO. Lees de opdracht in de LessonUp (nogmaals) goed door. Start met je stiftgedicht. 
  • Ga vervolgens op zoek naar gedichten uit de bundels en vertel daar in 150 woorden iets over. Pas de theorie toe over de rijmvormen. Hiervoor gebruik je de LessonUp die ik met je gedeeld en besproken heb. 
  • Bekijk het inkijkexemplaar als de opdracht je niet duidelijk is. Of vraag mij.

Slide 31 - Tekstslide

Zijn voor jou de lesdoelen behaald

Ik kan uitleggen welke leesstrategieën en rijmvormen er zijn. 
Ik weet wat een strofe is. 

Slide 32 - Tekstslide

Volgende les

We gaan verder met leesvaardigheid en de PO.


Slide 33 - Tekstslide

Hoe ging deze les?
Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vond je leuk aan deze les? 

Heeft iemand vragen?

Slide 34 - Tekstslide

Fijne dag 
&
tot de volgende keer!

Slide 35 - Tekstslide