In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
6.2 Gemiddelde snelheid
Slide 1 - Tekstslide
Wat heb je nodig in elke les:
Schrift
boek
pen, potlood
geodriehoek
rekenmachine
Slide 2 - Tekstslide
6.2 Gemiddelde snelheid
6.2 Gemiddelde snelheid
- Theorie
- Filmpje
- Theorie
-Zelfstandig werken
-Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Voorkennis
Met welk vervoermiddel kom je naar school en hoe groot is jouw gemiddelde snelheid volgens jou ongeveer ?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Een auto heeft een hogere gemiddelde snelheid dan een fietser. Soms gaat hij harder, soms zachter, maar hij legt de zelfde afstand in minder tijd af.
Slide 6 - Tekstslide
Formule gemiddelde snelheid(1)
vgem=ts
v gem = gemiddelde snelheid (m/s)
s = afstand (m)
t = tijd (m)
Slide 7 - Tekstslide
De gemiddelde snelheid berekenen op de 100 m
Usain Bolt gaat de 100 m rennen in een top tijd.
We gaan eerst de snelheid in m/s berekenen.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Gemiddelde snelheid Bolt 100 m
Geg: s = 100 m
t = 9,58 s
Gevr: v gem
Opl; vgem = s/t
v gem = 100/9,58
v gem = 10,44 m/s
Slide 10 - Tekstslide
Ben fietst naar school
Je krijgt het afstand,tijd-diagram te zien. Bereken de gemiddelde snelheid tussen punt A en thuiskomen.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Omrekenen tussen m/s en km/h
Slide 13 - Tekstslide
V.b omrekenen km/h en m/s
Bereken de gemiddelde snelheid van Bolt in km/h.
v gem = 10,44 m/s x 3,6 = 37,5 km/h
Slide 14 - Tekstslide
Controle vraag
Bereken de gemiddelde snelheid van Jamaica op de estafette 4 x 100 m.
Slide 15 - Tekstslide
Formule gemiddelde snelheid(2)
vgem=ts
v gem = gemiddelde snelheid (km/h)
s = afstand (km)
t = tijd (h)
Slide 16 - Tekstslide
V.b gemiddelde snelheid in km/h
Een auto rijdt 180 km in 2 uur. Bereken de gemidelde snelheid in km /h.
Geg: s = 180 km
t = 2h
Gevr: vgem
Opl; vgem = s/t = 180/2
vgem = 90 km/h
Slide 17 - Tekstslide
De formule voor de afstand
Slide 18 - Tekstslide
De formule voor de tijd
Slide 19 - Tekstslide
Belang van het lesdoel
Handig in het dagelijkse leven als je weet hoe lang je ongeveer ergens over doet.
Belangrijk onderdeel voor de toets.
In andere leerjaren gaan w hier mee verder, maar dan uitgebreider.
Slide 20 - Tekstslide
Controle van begrip 1
Noteer de symbolen voor:
afstand
tijd
gemidddelde snelheid
Slide 21 - Tekstslide
Controle van begrip 2
Reken om:
10 m/s = ......km/h
72 km/h = ......m/s
Slide 22 - Tekstslide
Controle van begrip 3
Schrijf de formule op voor:
- de tijd
- de afstand
- de gemiddelde snelheid
Slide 23 - Tekstslide
Controle van begrip 4 (filmpje)
Bereken de gemiddelde snelheid van Usain Bolt op de 200 m.
Leg uit waarom zijn gemiddelde snelheid hoger is dan op de
100 m.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Controle van begrip 5
De Duitser Jan Frodeno is wereldrecordhouder op de triatlon. Op 17 juli 2016 won hij de Challengetriatlon van Roth in een nieuwe recordtijd van 7 uur, 35 minuten en 39 seconden.
De originele triatlon bestaat uit: 3,8 km zwemmen, 180,2 km wielrennen en 42,195 km hardlopen (de marathonafstand).
Bereken de gemiddelde snelheid voor de hele triatlon.
Slide 26 - Tekstslide
Geg: s = 226, 2 km
t = 7,6 h
Gevr: v gem
Opl: vgem = s/t
v gem = 226,2 km/ 7,6 h
v gem = 29,8 km/h
Let op; je mag v gem niet drie keer apart uitrekenen, dan optellen en delen door 3 ! De tijden per afstand verschillen.
Slide 27 - Tekstslide
Controle van begrip
Hoeveel afstand legt een vliegtuig af dat gemiddeld 1000 km/h vliegt in 20 minuten ?
Slide 28 - Tekstslide
Geg: vgem = 1000 km/h
t = 0,333 h
Gevr: s
Opl: s = vgem x t
s = 1000 x 0,33
s = 333 km
Slide 29 - Tekstslide
Controle van begrip 6
Bereken hoeveel tijd Roddick heeft om te reageren als Federer met de vemelde snelheid slaat. Kies deze snelheid voor het gemak als gemiddelde snelheid. De baan is 23,77 m lang.